Der Hauptman von Köpenick in Schöneberg

Vandaag heb eindelijk eens het bordje in het perkje naast het Rudolph-Wilde-Park nader bekeken. Ik ging ervan uit dat hier iets zou staan als “Hunde sind an der Leine zu führen”, maar dat bleek niet het geval.

Het bord vermeldt dat hier (iets verderop) ooit het huis van de schrijver Carl Zuckmayer (1896 – 1977) stond. Zuckmayer groeide op in Mainz, maar trok in 1920 naar Berlijn om te schrijven. Hij zwierf vervolgens door Noorwegen en Lapland om zich dan in 1924 in München te vestigen. Hier was hij werkzaam als dramaturg bij Max Reinhardt en Bertolt Brecht. Zuckmayer begon in München met het schrijven van filmscripts. Zijn bekendste is Der blaue Engel. Een leuk detail: hij was ook verantwoordelijk voor het script van de Nederlandse film Boefje uit 1939. Deze film gaat over een Rotterdams schoffie dat ontsnapt uit een opvoedingsgesticht en samen met zijn maatje de haven onveilig maakt.

De moeder van Zuckmayer was van Joodse afkomst en hijzelf was een anti-nazi. Dat leidde ertoe dat hij in 1939 gedwongen moest emigreren. Via Zwitserland belandde hij in de Verenigde Staten. Hier probeerde hij in Hollywood als scenarioschrijver voet aan de grond te krijgen, maar het lukte hem niet te aarden in de Amerikaanse filmindustrie Daarom werd hij een tijdlang farmer in Vermont. In 1946 keerde hij terug naar Europa en vestigde zich in Zwitserland. Hier stierf hij in 1977 op 80-jarige leeftijd.

Der Hauptman von Köpenick

Carl Zuckmayer schreef talloze verhalen en essays. Daarnaast staan er twee dichtbundels op zijn naam. Het toneelwerk wordt echter als het belangrijkste deel van zijn oevre beschouwd. In 1925 won hij de Heinrich von Kleistprijs voor zijn volkskomedie Der fröhliche Weinberg. Het meest bekend werd Zuckmayer met het satirische toneelstuk Der Hauptman von Köpenick (1930), een antimilitaristische tragikomedie over de Berlijnse schoenmaker Wilhelm Voigt, die op straat een aantal soldaten rekruteerde en het stadhuis van Köpenick bezette.

Tot slot terug naar het perkje naast het Rudolph-Wilde-Park. Op het bord staat allereerst een citaat: “Erst kommt der Mensch! Und dann die Menschenordnung.” Deze uitspraak stamt uit Der Hauptman von Köpenick en verwijst naar een mensonterende bureaucratie. Vervolgens staat op het bord dat op de plek van het huis aan de Fritz-Elsas-Strasse 18 het huis stond waarin Carl Zuckmayer van 1926 – 1933 woonde. De tekst op het bord sluit af met de mededeling dat Carl Zuckmayer in dat huis onder andere aan Der Hauptman von Köpenick werkte.

Op weg naar huis liep ik door het Rudolph-Wilde-Park en kon het niet laten voor de zoveelste keer de fontein te fotograferen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.