Tag Archives: Mallorca

Matthias Reim in Berlijn

In Berlijn hangen overal posters met de aankondiging dat de Duitse schlagerzanger Matthias Reim in 2017 een concert in de hoofdstad geeft. Deze plakkaten hangen vaak op de U-Bahn stations. Telkens als ik zo’n poster zie ga ik in gedachten terug naar Mallorca en beleef weer de avond waarop ik voor het eerst kennismaakte met de Nederlandse zanger Dennie Christian, de vertolker van een lied van Matthias Reim.

Het jaar was 2004. Ik wist noch dat Dennie Christian op Mallorca was, noch dat hij voor de camera een lied van Matthias Reim ten gehore zou brengen. Die informatie kwam van Ben, de kroegeigenaar uit het plaatsje Cala d’Or. Ik zag hem iedere maand, omdat zijn kroeg een distributieplek was voor mijn blad Mallorca Vandaag. Ben belde op het moment dat ik met mijn vriendin in een restaurant zat te eten. Volgens hem moest ik meteen naar hem toe komen, want dat kon leuk zijn voor de lezers van Mallorca Vandaag.

Eigenlijk wilde ik niet meer op pad, maar goed, ik was toch nieuwsgierig. Dus stapte ik in de auto en was ruim een half uur later in Cala d’or, in het café van Ben. Die avond hoorde ik vele malen Dit is liefde, de Nederlandse uitvoering van het beroemde liedje Verdammt Ich Lieb Dich van Matthias Reim. De volgende dag heb ik een stuk geschreven dat ik nu op mijn blog zet, zodat iedereen weet waar ik aan denk als ik in Berlijn een poster zie hangen met de aankondiging dat de Duitse schlagerzanger Matthias Reim in 2017 een concert in de hoofdstad geeft.

foto01mv

Dennie Christan (l) en ik in 2004

“Dit is Liefde”
Dvd opnamen van Dennie Christian in Cala d’Or

Mallorca Vandaag, 15 oktober 2004

„Vanavond zijn er een paar Nederlandse artiesten in de bar om een filmpje op te nemen. Misschien leuk voor het krantje“, vertelde Ben van bar Port Pub in Cala d’Or mij door de telefoon. „Wie dan?“, vroeg ik. „Nou, ik heb in ieder geval gehoord dat Dennie Christian hier iets gaat doen.“ Ik bedank Ben en rij een uur later naar Cala d’Or om te kijken wat er aan de hand is.

Het terras van de Port Pub, het gezellige bruine café boven aan de haven van Cala d’Or, is goed gevuld. Uit de boxen klinken oude, Engelse hits. Een cameraman is in de weer met kabels en ik kijk of ik wat artiesten kan ontdekken. Als Ben mij voorstelt aan de mensen van John Huijbregts Media Productions kom ik al snel in contact met Dennie Christian. In mijn geheugen zie ik het Tros programma Op volle toeren waarin hij zijn hit Rosamunde zingt. Dat is de Dennie Christian die ik ken, een Duitse schlagerzanger die ook in het Nederlands zingt. Hij moet dan toch al wat jaren ouder zijn, maar dat is hem hier niet aan te zien.

De altijd jonge Dennie Christian, een man die als oude rot in het vak bestempeld kan worden, staat Mallorca Vandaag graag te woord. Natuurlijk wil ik weten of hij Mallorca kent. „Vroeger heb ik heel veel optredens gedaan in Oberbayern in Arenal. Zeg maar de „Ballermann feeling“. Maar dat doe ik al jaren niet meer, want dat trekt me niet zo. Het eiland zelf trekt me wel heel erg. We zitten nu in Cala d’Or en hebben wat clips opgenomen op het jacht van een Engelsman die onze regisseur hier ontmoette. De man was meteen bereid zijn boot ter beschikking te stellen. Het was zo gaaf en zo waanzinnig mooi. Alles komt op het nieuwe album, op de dvd.“ Dennie Christian legt uit dat vandaag de dag bijna alles op een dvd komt, omdat dit moeilijker te downloaden is van internet.

Het nieuwe album van Dennie Christian zal Dit is liefde gaan heten. De titelsong konden de aanwezigen in de Port Pub meerdere malen horen, omdat er zo’n vier of vijf verschillende clips in de bar werden opgenomen. De melodie van Dit is liefde moet de Duitse gasten bekend in de oren hebben geklonken, want Dit is liefde is een Nederlandstalige versie van de grote schlagerhit in Duitsland Verdammt Ich Lieb Dich uit 1989, gezongen door Mathias Reim.

We praten nog wat over Mallorca, een eiland waar voor Dennie Christian veel herinneringen aan vast zitten. „Ik trad 25 jaar geleden al op in de discotheken op Mallorca. De Zepplin, je had de Rutchbahn, de Joy, dat soort dingen. Maar hoofdzakelijk ben ik hier geweest om vakantie te houden, om rust te vinden met mijn gezin. Gewoon een beetje van de sfeer genieten. Want ik blijf het een prachtig eiland vinden. Het is een oase als je de plekken kent.“

Dennie Christian vindt met name de dorpjes Deia en Valldemosa heel erg mooi. „Je hebt hier plekken die zijn nog zo onberoerd en heel mooi zijn. Daar hou ik van. En in de stress van het leven is het altijd wel fijn als je wat plekken vindt waar je nog dát kunt vinden waar je hartje naar vraagt. Gewoon jezelf laten vallen, dat kan ik hier heel goed.“ Lachend voegt hij er nog aan toe „ik denk dat ik in een van mijn vorige levens hier al een keer geleefd heb“.

Theo van Kleef

Theo van Kleef

Als Dennie Christian zich voorbereidt op de opname van de videoclip, praten we een stoeltje verderop met de zanger Theo van Kleef. Hij is op vakantie bij de opnames van Dennie Christian. Theo van Kleef is een Engelstalige zanger en beroemd geworden door een optreden in de Soundmixshow van Hennie Huisman. Het is de eerste keer dan hij Mallorca bezoekt. „Ik ben wel vaker in Spanje geweest. In Malaga, Lloret, dat soort dingen. Maar mijn eerste indruk van het eiland is dat het hartstikke mooi is. We zijn hier in het centrum geweest en in de haven. Er is nog veel om te bekijken.“ Het laatste album van Theo van Kleef verscheen vier maanden geleden en werd in Malaga opgenomen. Van het album verscheen een cd en een dvd. Momenteel is hij alweer bezig met een nieuw album. In het voorjaar zullen er opnames in het buitenland worden gemaakt voor de dvd, misschien op Mallorca.

Tenslotte volgt nog een kort gesprekje met de Nederlandse Schlagerkoning Grad Damen, de man die de afgelopen drie jaar met maar liefst 10 singles hoog in de hitlijsten van Nederland stond. Van hem wordt wel gezegd dat hij de romantiek van Frans Bauer combineert met de energie van René Froger. Grad Damen bracht vier albums uit, een speciaal kerstalbum en 2 dvd’s. In 2002 was hij te zien op het Lowlands-Festival in de Flevopolder en hij was speciale gast tijdens de Ahoy concerten van Andre Hazes. Op de Nederlandse televisie was hij te zien bij o.a. „Koffietijd“, „Hoeba, Hoeba Hop“, „Reisjes Langs De Rijn“, De Nacht van Oranje en „Herberg de Leeuw“.

Grad Damen

Grad Damen

Grad Damen is naar Mallorca gekomen om een duet te zingen met Dennie Christian. Veel van het eiland heeft hij nog niet gezien. „Alleen het vliegveld en dit café“, vertelt de sympathieke zanger, die enkele jaren geleden regelmatig achter de microfoon stond in café Bolle Jan, het bekende café van de vader van René Froger. „En donderdag vlieg ik weer vroeg terug naar Nederland. Donderdagmiddag heb ik opnames met Wendy van Dijk en vrijdag ga ik naar Mexico.”

Tijdens ons gesprek is het nog maar kort geleden dat André Hazes overleed. Grad Damen was uitgenodigd en aanwezig bij de herdenking in de Amsterdamse Arena. „André is nog op mijn bruiloft geweest“, vertelt hij. Maar dan laat hij weten dat hij er „nog helemaal doodziek van is „ en er nu liever niet over wil praten. Logisch.

We praten nog even over het nummer dat hij met Dennie Christian opneemt. „Het is een heel bekend liedje met de titel „Du“. Dennie zingt daarin de Duitse versie en ik de Nederlandse versie van Hazes.“
Op 1 november begint Grad Damen met een theatertour, die duurt tot 31 december. „Ik doe 20 theaters door heel Nederland. Dat wordt hartstikke leuk. Het is een eigen show met een heel groot showorkest en er zullen ook special guests opreden“, vertelt hij. „Ik zal ook nummers zingen van mijn nieuwe album „Ik neem je mee“, waarvan de de cd al uit is. Binnenkort komt er een dvd van.“

Matthias Reim zingt Verdammt Ich Lieb Dich

Dennie Christian zingt Dit is liefde

Vijftig jaar schrijven op Mallorca

Jean en Muriel in hun tuin op Mallorca

Jean en Muriel in hun tuin op Mallorca

December 2010 – Een man, vrouw en twee kleine kinderen (2 en 4) emigreren in januari 1960 vanuit de Jan Steenstraat in Amsterdam naar Mallorca. Het is een vermoeiende reis. Met tassen,  koffers en kleine kinderen in de trein, overstappen in Brussel, overstappen in Parijs en vanuit de Franse hoofdstad met een oude boemeltrein verder richting Spaanse grens. Het grootste deel van de reis zit er dan op. In Barcelona moet het gezelschap nog de hele dag zien door te brengen, omdat de boot naar Mallorca pas ’s avonds vaart.

Zo begon het leven op Mallorca voor de schrijver/literair vertaler Jean Schalekamp, zijn vrouw Muriel ten Cate en zijn kinderen Jean Jacques en Asja. Nu, vijftig jaar later, wonen Jean en Muriel nog steeds op het eiland. Dochter Asja is inmiddels naar het Spaanse Terrassa vertrokken en zoon Jean Jacques woont in de buurt van de Duitse Bodensee. In de tussentijd werd  op Mallorca zoon Fabian geboren, die nu met zijn vrouw en twee kinderen een stukje verderop woont.

Net als acht jaar geleden ontmoet ik in oktober van dit jaar Jean in het café bij de kerk in Costitx.  De Nederlandse schrijver is inmiddels 84 jaar, maar dat weerhield hem er niet van om die ochtend te voet vanaf zijn huis in “el campo” naar het dorp te lopen.  Een niet geheel vrijwillige tocht, want hij was vergeten dat zijn zoon Fabian deze dag met de auto op pad was.

Kunst
Nadat we onze cortado en café solo op hebben gedronken, stappen we in mijn auto en laat ik me door Jean naar de finca leiden. De auto past maar net tussen de bekende Mallorcaanse muurtjes, die dit soort landweggetjes omheinen. Gelukkig komt er geen tegemoetkomend verkeer. Geheel afgelegen van de rest van de wereld parkeer ik de auto op het erf. We lopen via een soort schuurtje het huis binnen en gaan op weg naar Jeans werkkamer op de eerste verdieping. We lopen door het atelier, waar zijn vrouw Muriel bezig is met een nieuw schilderij. Op de achtergrond klinkt klassieke muziek uit de radio. Op deze etage bevind ik me in de wereld der hogere kunsten, denk ik. Dat wordt bevestigd als ik Jeans werkkamer betreed. Het kan niet anders dan dat hier een schrijver werkt. De wanden zijn bedekt met overvolle boekenkasten en archiefmappen. Er is nog net plaats voor een schrijftafel en twee stoelen. Het gesprek kan beginnen.

In Nederland wil ik niet sterven
niet in die natte grond bederven

Deze woorden van de beroemde Nederlandse schrijver Slauerhoff schieten Jean Schalekamp te binnen als ik hem vraag wat de reden was om uit Nederland weg te gaan. Jean vertelt me over zijn besluit om vijftig jaar geleden naar Spanje te vertrekken.”Ik wilde naar Spanje. Ik kende Nederlanders die van Mallorca teruggingen naar Nederland en wij konden in dat huis terecht. Een enorm groot huis, maar ook verschrikkelijk vervallen. De huur was voor die tijd behoorlijk pittig, namelijk 1.000 peseta’s (6 euro) per maand”, vertelt hij. “ Het was 3 januari en koud, maar wij vonden het warm. Ik keek mijn ogen uit.  Vooral die grote tuin natuurlijk met grote palmen. Vanuit de serre keek je direct uit over de tuin. Achter in de tuin stond een klein huisje. Daar maakte ik mijn werkhuis van en begon met vertalen. Ik had net een grote vertaling gekregen van Bruna. Dat was “De laatste der rechtvaardigden” van André Schwarz-Bart. Het was tevens mijn eerste literaire vertaling. Dit boek vertaalde ik vanuit het Frans naar het Nederlands maar ik deed ook vertalingen uit het Engels en het Spaans.”

Franco
Jean Schalekamp wilde ook schrijven over de situatie in Spanje. Eerst schreef hij voor de Haagse Post. Daarna kwam hij via Jan Eijkelboom bij Vrij Nederland terecht. Jean: “In Vrij Nederland had ik de rubriek “Spaanse vliegjes”. Dat is nu niet meer zo bekend, maar in die tijd wel. Dan schreef ik zo nu en dan reportages van twee of drie pagina’s.

In Spanje kritisch schrijven over het Franco regime, dat lijkt me niet ongevaarlijk. Jean Schalekamp: “Het enige gevaar was dat ze me er uit zouden zetten. Ik moest om de zo veel jaar mijn residencia aanvragen. Eén keer kwam het voor dat ze me waarschuwden. Ze hadden waarschuwingen ontvangen van de ambassade in Nederland over mijn artikelen. Maar evengoed kreeg ik toch mijn residencia, al scheelde het een haartje.” Later vertelde hij wel dat zijn boek “Van een eiland kun je niet vluchten” hem een aantal schriftelijke bedreigingen opleverde van Spaanse fascisten. In dat boek voert Jean Schalekamp gesprekken met overlevenden van de massamoorden op Mallorca in 1936.

Oude cafés
In de biografie las ik dat Jean Schalekamp ooit een vereniging tot behoud van de oude cafés in Palma oprichtte. Jean Schalekamp: “Dat klopt, dat is heel lang geleden, een mooie tijd. Ik merkte toen dat er in die periode het ene oude café na het andere dicht ging, vooral in Palma, maar ook in de dorpen daar buiten. Ik ben toen gaan praten met vrienden, journalisten en we hebben er over geschreven. En ik dacht toen, waarom geen vereniging oprichten? In die tijd was er een groot enthousiasme, we hadden een heleboel leden. De vereniging heeft alleen niet lang bestaan, die ging vanzelf weer ten ziele. Maar het enthousiasme was er en we hebben toch aardig wat bereikt. We hadden een hele lijst opgesteld met de bedreigde cafés. Ja, dat was een leuke tijd.”

Schrijven
Als ik vraag wanneer hij begon met het schrijven voor de Diario de Mallorca, haalt hij enkele dikke archiefmappen uit de kast. Het zijn artikels en columns die hij voor het Spaanse dagblad schreef. Begin jaren ‘70 begon Jean Schalekamp met het schrijven voor de Diario de Mallorca. Hij schreef over kunst, cultuur, politiek en had jaren lang een eigen column. Ik vraag hem hoe hij een buitenlandse taal zo goed onder de knie krijgt? Jean Schalekamp: “Je kunt een taal leren maar als je in het land zelf woont, dan scheelt dat enorm. In Nederland bezocht ik destijds het gymnasium, maar dat heb ik nooit afgemaakt. In Frankrijk ging ik wel naar de Sorbonne waar cursussen werden aangeboden over de Franse literatuur.” Jean Schalekamp is onder andere vertaler van de boeken van Arturo Perez Reverte, een van de best verkochte schrijvers in Spanje. In Nederland vinden zijn boeken weinig aftrek. Reverte schrijft een soort avonturenboeken. Hij is zelf vaak op zee en schrijft over het zeeleven. “Die vliegen hier als broodjes over de toonbank,” zegt Jean Schalekamp. Een door Schalekamp vertaald boek dat in Nederland nog steeds wordt verkocht is “Het kwade uur” van Gabriel Garcia Marquez.

Het schrijven zat een beetje in de familie, want zijn vader, dat ervoer hij pas later, schreef christelijke boeken. Jean geloofde daar niet in en was op zijn 14e levensjaar al een overtuigde atheïst. Dat is hij tot op de dag van vandaag gebleven. “Destijds durfde je er met niemand over te praten. Later op het gymnasium sprak ik erover met Jan Eijkelboom. Die had het ook, een christelijke opvoeding en hij geloofde ook niet meer.”

Spanje
In het Nederland van de jaren ’50 en ’60 reisden veel kunstenaars naar het zuiden. Vooral Ibiza was een geliefde bestemming. Jean Schalekamp: “Dat was een hele groep, waaronder Remco Campert en Bert Schierbeek. Bert Schierbeek was een hele goede vriend van ons waar we vaak logeerden. Laatst waren we nog bij zijn vrouw Thea.”

In Nederland vonden veel van zijn vrienden het maar raar dat hij naar Spanje wilde. Zijn moeders reactie vergeet hij nooit meer. “Hoe kan je dat nu doen, dat land waar we 80 jaar oorlog mee gevoerd hebben, dat fascistische land. Dat was haar reactie.”

Met mijn slotvraag wil ik graag weten of hij door mensen is geïnspireerd. Hij denkt na, aarzelt. “In zekere zin, in die tijd las ik heel veel van de Vijftigers, maar of dat me geïnspireerd heeft? Ik ben absoluut geen dichter, ik ben een prozaschrijver. Ik heb het wel eens geprobeerd, maar …nee.” Dan schiet hem te binnen dat hij laatst toch nog iets poëtisch had geschreven. Ergens, op een kladje.  Hij zoekt op de schrijftafel, die bezaaid is met mappen en kladjes. Na lang zoeken geeft hij het op. Het papiertje is nu niet vindbaar. Misschien een volgende keer.

N.B. Jean Schalekamp stierf op 29 september 2015 nabij Costitx, een dorpje op Mallorca.

Jean Schalekamp in Privé-domein

Wikipedia

Website Jean Schalekamp

Mucho viento

B&B nabij Costitx, Mallorca

B&B nabij Costitx, Mallorca

Nog niet zo lang geleden vloog bij een bed & breakfast in Nederland het bijbehorende schuurtje in brand, terwijl ik daar in bed lag en net in slaap was gevallen. Zondagavond bevond ik me in een Spaanse B&B in Costitx, een dorpje midden op Mallorca en weer gebeurde er iets. Midden in de nacht vloog het dak eraf. Nee, niet het dak van het huis waarin ik sliep, maar het dak boven het terras van het zwembad.

Tijdens mijn tweedaagse bliksembezoek aan Mallorca stormde het. Bij aankomst op zondagochtend zat ik in een vliegtuig dat wel heel erg schommelend de landingsbaan naderde. Nu ben ik sowieso niet zo dol op landingen, maar dit was extreem gevaarlijk. Het leek erop alsof de piloot zijn vliegtuig gewoon nonchalant op de landingsbaan gooide, pats! Ik hield m’n adem in en was blij dat ik het vliegtuig heelhuids kon verlaten.

Uitzicht vanaf de B&B nabij Costitx, Mallorca

Uitzicht vanaf de B&B nabij Costitx, Mallorca

Niemand op het eiland wist van mijn bezoek aan het eiland, behalve de schrijver Jean Schalekamp. De inmiddels 89-jarige auteur en literair vertaler had ik mijn komst in het vooruitzicht gesteld. Mijn vorige bezoek aan hem en zijn vrouw was ongeveer 10 jaar geleden. Daarom wist ik niet meer precies waar op het platte, Spaanse land ze precies woonden. Dit keer zou niet hij maar zijn vrouw Muriel mij ophalen bij het café tegenover de kerk, de vaste afhaalplek voor bezoekers. Een paar dagen eerder hadden we afgesproken dat we er om half vijf zouden zijn. Om 13:00 uur, ik genoot net van de wilde golven in badplaats Port de Soller, rinkelde mijn telefoon. Muriel. De autosleutel is zoek en de auto van haar zoon is kapot. Conclusie; we hebben een probleem. Ik hoorde alles op mijn antwoordapparaat en belde terug. Een faxtoon. Nog eens bellen, weer een faxtoon. Wat te doen?

De huurauto bleef onbeschadigd. Mooi model tegen lage januari-prijs.

De huurauto bleef onbeschadigd.

Om vier uur reed ik die middag in de buurt van Costitx, op zoek naar het huis van de schrijver. Ik dacht het weggetje te herkennen, maar helaas. Na een kwartier keren, draaien en muurtjes ontwijken reed ik naar het café, stapte naar binnen en bestelde een cortado. Ik was duidelijk de enige buitenlander tussen de kaart spelende oudere mannen, de vrouwen die televisie keken en een jonge barman die vlijtig met een fles sterke drank in zijn hand her en der de glazen vulde. Mijn beheersing van de Spaanse taal bleek nog goed genoeg om de barman te vragen of hij een Nederlandse schrijver kende, rond de 89 jaar. Hij riep iets in het Catalaans naar ene Toni, die met “si” antwoordde. Een oplossing voor mijn probleem leek voorhanden. Toni tekende wat straatjes op een velletje uit een bonnenboekje, verontschuldigde zich tussendoor voor zijn matige tekenkwaliteiten en legde uit waar Jean woonde, tenminste, zo ongeveer. Ik bedankte, betaalde de cortado en reed weer in de richting waar ik vandaan kwam. Ik zat voorheen al in de goede hoek.

Golven in de baai van Port de Soller

Golven in de baai van Port de Soller

Het smalle weggetje eindigde met een roestig hek en keren was onmogelijk. Dus in z’n achteruit terug, met aan beide kanten de bekende Mallorcaanse muurtjes en 10 centimeter speelruimte.
“Shit”, schreeuwde ik. Waarom moet die tractor juist hier naartoe? Gelukkig zag ik aan de linkerkant een opening in de muur en daarachter een open stukje land. Ik hoorde de spiksplinternieuwe auto langs de stenen schuren, maar goed, ik stond wel even veilig. Daarna stapte ik meteen uit de wagen en liep naar de tractor. Ik keek omhoog, naar de jonge bestuurder op deze wel erg hoge tractor.

Nee, hij wist van niets, maar de man achter hem, die wist het wel. Ik keek opzij en zag de man achter hem. Een typische Mallorcaanse boer van een jaar of zeventig. Hij droeg rubberlaarzen, een oude ribbroek en een slap, vaal hoedje op zijn hoofd. Voor de zoveelste keer legde ik uit dat ik een oudere Nederlandse schrijver zocht en zijn veel kleinere, Indonesische vrouw.
“Ah, si, claro. Un hombre viejo, holandés?”
“Si!”, antwoordde ik.
“Vale”, zei de man. Ik moest achter hem aan rijden. Snel liep ik terug naar de auto en reed nu langzaam en voorwaarts over het weggetje, achter de man aan.
“Un momento”, riep hij na honderd meter. We stopten bij een huis waar de boer volgens mij woonde, want ik begreep uit zijn woorden dat hij de brommer van stal wilde halen. Ik wachtte nieuwsgierig af en ja hoor, twee minuten stond er een brommer voor m’n auto, met daarop de Spaanse boer. Hij maakte een handbeweging van “volg me maar”. De eerste bocht kon ik na drie keer kort voor- en achteruit rijden eindelijk nemen. De bochten daarna waren gelukkig minder scherp.
“Aqui” riep hij.
Ik keek en ja, hij had gelijk. Ik herinnerde het me weer. Hier was het.
“Muchísimas gracias” riep ik en drukte hem stevig de hand. Hij knikte, lachte, was blij dat ik blij was en keerde huiswaarts op zijn brommer. Een aardige man.

Gisteren weer terug naar Berlijn, vanaf een verlaten, Spaans vliegveld.

Gisteren weer terug naar Berlijn, vanaf een verlaten, Spaans vliegveld.

Muriel wilde net het huis verlaten, want de vrijdag kwijtgeraakte autosleutel was weer terug. Kleindochter Rita had hem gevonden. Muriel was blij dat ik er was en ik was weer blij dat ze niet net waren weggereden om te zien of ik nog bij het café zou zijn. Kortom, het kwam allemaal nog goed. Muriel zette een grote pot thee, terwijl ik het boek bekeek waar zij momenteel in las. Het kwade uur van Gabriel García Márquez, in 1967 uitgegeven door Meulenhoff en vertaald door Jean Schalekamp.
“Soms weet hij niet meer dat hij dat vertaald heeft“, vertelde Muriel me later. Ik wist dat Jean niet meer de oude was en soms verdwaald door het dorp wandelde en weer opgehaald moest worden. Toch wist hij dan opeens weer wel hoe alles zat, maar dat waren helaas schaarse momenten. Na wat leuke gesprekken over van alles en nog wat nam ik het sympathieke kunstenaarspaar mee naar Sineu, een dorpje verderop, waar we in een Mallorcaans restaurant van de volle borden en kruiken genoten. Ik hield het bij één glas, want ik moest die nacht Jean en Muriel terugbrengen én mijn B&B zien te vinden, dat net zo afgelegen lag als het huis van Jean en Muriel, alleen veel verder buiten Costitx, een kilometer of vier verderop, in the middle of nowhere.

In die enorme B&B-finca was ik de enige gast. Ik kon hier voor een habbekrats overnachten, inclusief ontbijt. De eigenaresse, een Spaanse van het vasteland, woonde er ook en dus verhuurde ze ook gewoon kamers in de winter. Gelukkig had ze een elektrisch kacheltje in mijn kamer gezet, want het was koud op Mallorca. Koud, vochtig en dus vooral stormachtig. Iedereen klaagde erover dat iedereen ziek was. Moe maar voldaan viel ik in het grote bed, terwijl buiten de wind gierde. Rond 03:00 uur hoorde ik een grote knal. Iets was er buiten kapot gegaan. Gelukkig was er nu geen eigenaresse die mij op last van de brandweer vroeg de B&B te verlaten. Nee. Ik hoopte alleen dat mijn auto niet door een boom was geveld.

“Mucho viento”, zei ik tijdens mijn ontbijt aan de tafel bij de kachel. De eigenaresse was zo aardig geweest de houtkachel aan te maken, zodat ik niet koukleumend hoefde te ontbijten. Het was zelfs wel prettig, met de goudkleurige vlammen en het geknisper van het haardvuur op de achtergrond. Ik verstond vervolgens niet wat ze zei maar ze wees naar buiten en noemde het woord piscina. Nu zag ik wat er vannacht kapot was gegaan. Het dak, wat ooit boven het terras van het zwembad hing, lag nu in stukken op de grond.
“Mucho viento” zei ik.
“Mucho viento” antwoordde ze.

Er is vast wel iemand die zondag een filmpje van de storm heeft gemaakt, dacht ik. En ja hoor, dat blijkt inderdaad zo te zijn:

« Oudere berichten