Tag Archives: Robert Seethaler

Het café zonder naam

Op 26 april, precies op tijd voor de Leipziger Buchmesse, verschijnt de nieuwe roman van de Oostenrijkse schrijver Robert Seethaler. Oostenrijk is gastland. Volgend jaar zijn Nederland en Vlaanderen aan de beurt.

Wenen 1966. De 31-jarige Robert Simon werkt als manusje-van-alles op de Karmelitermarkt. Hij is tevreden met zijn leven. 20 jaar na het einde van de oorlog is de stad uit de puin herrezen. Er breken nieuwe tijden met nieuwe mogelijkheden aan en Simon laat zich meevoeren. Hij pacht een café. Het aanbod is overzichtelijk en strikt genomen is het geen echt café. Maar de mensen uit de buurt komen langs en vertellen hun verhalen, over verlangen, over verlies, over onverhoopt geluk. Ze komen langs, zoekend naar gezelschap, sommige hopen zelfs op de liefde en terwijl de stad om hen heen ontwaakt, verandert ook het leven van Simon zelf.

Bovenstaande beschrijving is gebaseerd op de beschrijving van de uitgeverij die ook schrijft dat Das Café ohne Namen een roman is over de menselijke drang tot verandering: “Met een schat aan onvergetelijke figuren en hun bijzondere aandacht voor de details van het leven vertelt Robert Seethaler hoe een nieuwe wereld ontstaat die net als bij al het nieuwe zijn einde al in zich meedraagt.”

De uitgeverij biedt ook een Leseprobe aan, een mooie gelegenheid de eerste 15 bladzijden van het boek te lezen. Dat heb ik gedaan. Ze nodigen uit tot verder lezen. De schrijfstijl van Robert Seethaler bezorgt me altijd weer veel leesplezier. De sfeer van het boek beklijft nu al.

Ik kan het niet laten de eerste alinea te vertalen. “Robert Simon verliet de woning, waarin hij met de oorlogsweduwe Martha Pohl woonde, op een maandagochtend om half vijf. Het was in de nazomer van het jaar 1966, Simon was eenendertig jaar oud. Hij had enkel ontbeten – twee eieren, brood met boter en zwarte koffie. De weduwe had nog geslapen. Uit de kamer had hij haar zachte snurken gehoord. Hij hield van het geluid, het ontroerde hem op een merkwaardige manier en soms wierp hij een blik door de spleet van de deur waar hij in het donker de wijd geopende neusgaten van de oude vrouw vermoedde.”

De voorgepubliceerde tekst verraadt al veel over Simon, een geliefd manusje-van-alles op de Karmelitermarkt. De lezer is getuige van het gesprek dat hij in de woning boven het café samen met de eigenaar heeft. Het pachtcontract wordt besproken. Door dit gesprek komen we te weten dat Simons vader als oorlogsheld in een lazaret het leven liet en zijn moeder drie maanden later aan een bloedvergiftiging stierf. Hun zoon Simon groeide op in een tehuis voor oorlogswezen.

Na de oorlog, in mei 1947, beleeft hij samen met honderden andere Weners hoe het door bommen verwoeste reuzenrad in Prater weer is opgeknapt en de eerste rondjes draait: “Ook hij jubelde en schreeuwde, tegelijkertijd had hij op de een of andere manier het gevoel iets verkeerds te doen. Hij voelde zich niet op zijn gemak in de schaduw van dit krakende monster waarvan de verbindingsstangen hem veel te dun schenen om de houten gondels met hun zwaaiende en lachende passagiers te dragen.”

Op 15-jarige leeftijd laat hij de schooltijd achter zich. “Hij kon lezen en schrijven en met de vinger op de kaart vond hij de belangrijkste landen met hun hoofdsteden en dat was volgens hem voldoende om je weg in de wereld te vinden.” Op de Karmelitermarkt verricht de lange en magere protagonist zeven jaar lang allerlei hand- en spandiensten. De markthandlaren kennen hem. Hij wordt hier altijd vriendelijk begroet.

De Leseprobe eindigt op de openingsdag van Simons café dat de jaren daarvoor een duistere, verwaarloosde zaak was. De eigenaar, een voormalige wijnboer uit Südburgenland, had het na de oorlog overgenomen en het zonder enige ambitie in leven gehouden. “Hij was een gesloten man van weinig woorden die meestal op een kruk naast de ingang zat en met een wazige blik naar de straat staarde. Zijn bier was te warm en iedereen op de markt wist dat de hardgekookte eieren langer dan slechts een paar dagen in de glazen pot zwommen.”

Toch kwam Simon er graag op bezoek. Hij was vooral onder de indruk van de klimop die aan de voorgevel naar boven kroop. Hij dacht er vaak aan dat het niet moeilijk moest zijn de mensen naar binnen te krijgen: “Koud bier, schone glazen en een echte koffiemachine, niet zo eentje als dat wanstaltige geval dat binnen op de bar stond en niets anders dan lawaai en zwarte bitterheid produceerde.”

In het begin van de roman wordt ook de titel duidelijk. Simon heeft het pachtcontract ondertekend en gaat aan de slag. Hij wil zijn café weer schoon en toegankelijk maken. “Naast de voordeur sneed hij een grote rechthoek in de klimop en schroefde een krijtbord voor gerechten en dranken aan de muur. Hij wilde ook een bord boven de deur aanbrengen, maar ondanks het vele nadenken was hem nog geen passende naam voor zijn café te binnen geschoten. Hij besprak het probleem met Johannes Berg die zijn werk vanaf de andere kant van de straat gadesloeg. De slager was van mening dat de naam het allerbelangrijkste was.
“Wat zou je ervan vinden het gewoon naar jezelf te noemen”, zei hij. “Restaurant Simon. Dat past goed op een bord, kort en krachtig en je kunt de letters mooi groot schilderen.” Dat is een mogelijkheid, zei Simon, maar het scheen hem op de een of andere manier zelfingenomen. Bovendien zou hij geen restaurant openen maar een café.

“Misschien maakt het ook allemaal niet uit”, meende de slager na een poosje nadenken. “De Donau was er uiteindelijk ook altijd al voordat iemand haar Donau had genoemd. Dan blijft jouw café gewoon zonder naam en dat is goed zo.”

Live Stream op 27 april om 17 uur

Dagblad taz spreekt op de Leipziger Buchmesse met Robert Seethaler over zijn nieuwe roman Das Café ohne Namen. Het gesprek is via een live stream te volgen:



Robert Seethaler (foto: ©Urban Sintel)

Robert Seethaler
Robert Seethaler groeit op in Wenen. Door een aangeboren oogziekte bezoekt hij een basisschool voor slechtzienden. Na zijn opleiding aan de toneelschool in Wenen werkt hij mee aan tal van film- en televisieproducties en toneelvoorstellingen in Wenen, Berlijn, Stuttgart en Hamburg. De Duitse televisiekijkers kennen hem als de patholoog-anatoom Dr. Kneissler in de politieserie Ein starkes Team. Vandaag de dag woont hij in Wenen en in Berlijn-Kreuzberg.

Als romanschrijver debuteert hij met Die Biene und der Kurt, waarmee hij in 2007 de debuutprijs van het Buddenbrookhaus in de wacht sleept. Twee jaar later wint de film Die zweite Frau de gerenommeerde Grimme-Preis in de categorie ‘beste film’.  Robert Seethaler schreef het scenario.

Media
Seethaler heeft al jarenlang een grote schare fans. Eén van hen is de Duitse journalist, schrijfster en presentatrice Christine Westerman (Zimmer Frei en Das Literarische Quartet): “Een nieuwe roman van Robert Seethaler, dat is voor mij zoiets als een belofte. Als een cadeau waarbij je een beetje bang bent maar waarvan je bijna honderd procent zeker weet, dat het je bevalt.” Ze schrijft verder dat ze de andere vier boeken van Seethaler allemaal voltreffers vond. Ze besprak voor de Duitse omroep WDR ook zijn roman Der Trafikant die in Duitsland een besteller werd.

“In alle romans van Seethaler duikt een voorliefde voor het leven van een eenvoudige persoon in de provincie op. Zijn protagonisten zijn meestal stille buitenstaanders en excentriekelingen die in een landelijke omgeving liefde zoeken en soms ook vinden, maar die voor de rest voor weinig ophef zorgen.” Dat schrijft de Oostenrijkse literatuurcritica Sigrid Löffler. Ze voegt daar aan toe: “Dat maakt van de schrijver Seethaler een proza-meester van laconieke nuchterheid, een rustige verschijning midden in het medialawaai van de literaire wereld.”

Das Café ohne Namen
Uitgeverij: Claassen
Aantal pagina’s: 288
ISBN: 9783546100328
Verschijningdatum: 26.04.2023
Prijs: € 24

Lezingen over Das Café ohne Namen

27 april
Leipzig
Aanvang: 19 uur
Locatie: Oberlichtsaal Stadtbibliothek

28 april
Leipzig
Aanvang: 16 uur
Organisator: ZDF/3SAT
Locatie: Leipziger Buchmesse Halle: ZDF-Bühne – Glash. Eb -1, Stand: 01

7 mei
Berlijn
Aanvang: 18 uur (Live op radioeins)
Locatie: RBB Sendesaal (kaarten online verkrijgbaar)

8 mei
Hannover
Aanvang; 20 uur
Locatie: Literarischer Salon

13 mei
Wenen
Aanvang: 19:30 uur
Locatie: Theater in der Josefstadt

In het Nederlands verschenen boeken van Rober Seethaler:

Een heel leven
Auteur: Robert Seethaler
Vertaler: Liesbeth van Nes
Uitgeverij: De Bezige Bij
Jaar: 2015
Aantal pagina’s: 160
Prijs: € 17,70

De Weense sigarenboer (vertaling van Der Trafikant)
Auteur: Robert Seethaler
Vertaler: Liesbeth van Nes
Uitgeverij: De Bezige Bij
Jaar: 2017
Aantal pagina’s: 256
Prijs: € 20,99

Het veld (vertaling van Das Feld)
Auteur: Robert Seethaler
Vertaler: Liesbeth van Nes
Uitgeverij: De Bezige Bij
Jaar: 2019
Aantal pagina’s: 240
Prijs: € 21,99

Het laatste deel (vertaling van Der letzte Satz)
Auteur: Robert Seethaler
Vertaler: Liesbeth van Nes
Uitgeverij: De Bezige Bij
Jaar: 2020
Aantal pagina’s: 128
Prijs: € 18,99

Robert Seethaler wint met ‘Een heel leven’ belangrijke literatuurprijs

Seethaler_omslagDEF_10-2 copyDe Oostenrijkse schrijver Robert Seethaler won afgelopen vrijdag met zijn roman Een ganzes Leben de Duitse literatuurprijs ‘Grimmelshausen-Preis‘ en daarmee een geldbedrag van €10.000. Deze prijs is benoemd naar de schrijver Hans Jakob Christoffel von Grimmelshausen, die met zijn schelmenroman Der Abentheuerliche Simplicissimus Teutsch één van de belangrijkste Duitse prozawerken van de 17e eeuw schreef. De tweejaarlijkse literatuurprijs wordt in november van dit jaar in Gelnhausen uitgereikt.

Ein ganzes Leben verscheen in juli 2014 bij de Duitse uitgeverij Hanser Berlin. Onlangs verscheen bij uitgeverij De Bezige Bij onder de titel Een heel leven de Nederlandse vertaling van Liesbeth van Nes. Een uitgebreid artikel over dit boek publiceerde ik eerder op dit blog en wel hier.

Een heel leven, te koop via bol.com

Bron RBB Kulturradio: Grimmelshausen-Preis geht an Robert Seethaler

 

Een heel leven in prachtig proza

Seethaler_omslagDEF_10-2 copyOp donderdag 4 juni praat de Oostenrijkse schrijver Robert Seethaler (1966) in Den Haag over zijn roman Ein ganzes Leben. De Nederlandse vertaling Een heel leven verscheen deze maand bij uitgeverij De Bezige Bij.

Robert Seethaler
Robert Seethaler groeit op in Wenen. Door een aangeboren oogziekte bezoekt  hij een basisschool voor slechtzienden. Na zijn opleiding aan de toneelschool in Wenen werkt hij mee aan tal van film- en televisieproducties en toneelvoorstellingen in Wenen, Berlijn, Stuttgart en Hamburg. De Duitse televisiekijkers kennen hem als de patholoog-anatoom Dr. Kneissler in de politieserie Ein starkes Team. Vandaag de dag woont hij in Wenen en in Berlijn-Kreuzberg.

Als romanschrijver debuteert hij met Die Biene und der Kurt, waarmee hij in 2007 de debuutprijs van het Buddenbrookhaus in de wacht sleept. Twee jaar later wint de film Die zweite Frau de gerenommeerde Grimme-Preis in de categorie ‘beste film’.  Robert Seethaler schreef het scenario. Zijn laatste roman Ein ganzes Leben  krijgt overwegend goede recensies van de Duitstalige literatuurcritici.

Media
Seethaler heeft vóór het verschenen van dit boek al een grote schare fans. Eén van hen is de Duitse journalist, schrijfster en presentatrice Christine Westerman (Zimmer Frei en Das Literarische Quartet): “Een nieuwe roman van Robert Seethaler, dat is voor mij zoiets als een belofte. Als een cadeau waarbij je een beetje bang bent maar waarvan je bijna honderd procent zeker weet, dat het je bevalt.” Ze schrijft verder dat ze de andere vier boeken van Seethaler allemaal voltreffers vond. Ze besprak voor de Duitse omroep WDR ook zijn voorlaatste roman Der Trafikant, die in Duitsland een besteller werd.

“In alle romans van Seethaler duikt een voorliefde voor het leven van een eenvoudige persoon in de provincie op. Zijn protagonisten zijn meestal stille buitenstaanders en excentriekelingen die in een landelijke omgeving liefde zoeken en soms ook vinden, maar die voor de rest voor weinig ophef zorgen.” Dat schrijft de Oostenrijkse literatuurcritica Sigrid Löffler. Ze voegt daar aan toe: “Dat maakt van de schrijver Seethaler een proza-meester van laconieke nuchterheid, een rustige verschijning midden in het medialawaai van de literaire wereld.”

Robert Seethaler (foto: ©Urban Sintel)

Robert Seethaler (foto: ©Urban Sintel)

Een heel leven
Deze roman is mijn eerste kennismaking met Robert Seethaler. Ik heb de originele, Duitse versie van Ein ganzes Leben gelezen. Het verhaal begint op een ochtend in februari 1933. De arbeider Andreas Egger, de protagonist die we een leven lang volgen, probeert de stervende geitenhoeder Johannes Kalischka te redden en draagt hem op zijn rug over een drie kilometer lang besneeuwd bergpad in de richting van het beneden gelegen dorp. Op de eerste bladzijden duikt het thema dood veelvuldig op, een thema dat natuurlijk prima past in een bergachtig sneeuwlandschap. De geitenhoeder Johannes filosofeert er op los en praat over de Koude Vrouw die over de berg komt en haalt wat ze nodig heeft. Na zijn korte betoog weet de uitgemergelde geitenhouder zich uit het houten rek van Andreas te bevrijden en verdwijnt: “De magere gedaante voor hem werd snel kleiner, tot ze ten slotte oploste in het ondoordringbare wit van de jachtsneeuw.” Die zin is afkomstig van het leesfragment dat Borderkitchen online heeft gezet. Let op: alle andere vertaalde fragmenten uit Ein ganzes Leben in dit artikel zijn van mijzelf, tenzij anders aangegeven.

Op pagina drie noemt de geitenhoeder Andreas een hinkepoot. Al snel wordt duidelijk dat Andreas zijn handicap aan de mishandelingen van boer Kranzstocker te danken heeft. De 4-jarige Andreas wordt door een koetsier bij Kranzstocker voor de deur gezet en met tegenzin in het gezin opgenomen. De kleine ‘bastaard’ is het kind van zijn aan tuberculose gestorven, ongetrouwde schoonzus. De buidel met bankbiljetten om Andreas’ nek doet de boer besluiten hem ‘niet meteen naar de duivel te sturen of bij de dominee voor de deur te zetten, wat volgens hem ongeveer op hetzelfde neerkwam.’

Over de eerste vier levensjaren van Andreas Egger is niets bekend. Hij werkt als boerenknecht en wordt flink mishandeld als Kranzstocker zijn agressie met een natte zweep op het lichaam van Andreas afreageert. Deze verschrikkelijke ervaringen zouden kunnen verklaren waarom Andreas Egger zich ontwikkelt tot een zwijgzame persoon die vooral een onopvallend bestaan leidt. Ondanks het kreupele been ontwikkelt Andreas een sterk en krachtig postuur. Als hij ongeveer 18 jaar is – niemand weet wanneer hij precies is geboren – beveelt de boer hem nog een keer om zijn broek uit te doen,  zodat hij hem weer eens met de natte zweep onder handen kan nemen. “Als je mij slaat, dan vermoord ik je!” zegt Andreas nu. “Hoepel op”, antwoordt de boer en Egger gaat er vandoor.

De manke, doch sterke jongeman werkt vlijtig op het land, slaapt in hooibergen, pensions en stallen naast het vee. Op zijn 29e pacht hij een klein stukje grond met een hooischuur erop. Hij leeft in zijn eigen wereldje en is tevreden. Tot de dag dat hij de stervende geitenhoeder ontmoet. Sinds die dag voelt hij ook een hele fijne pijn in de buurt van zijn hart. Die heeft te maken met Marie, het meisje dat in de lokale herberg niet alleen het eten en drinken serveert, maar ook moet schoonmaken en dieren voeren.

Andreas Egger vindt werk bij een bedrijf dat de eerste kabelbanen in de omgeving aanlegt en daarmee een nieuw tijdperk inluidt. Het dorp beschikt opeens over elektriciteit en haalt daarmee licht en lawaai naar het dal. Hiermee wordt ook de basis gelegd voor het toekomstige wintersporttoerisme. Egger is getuige van enkele bizarre ongelukken waarbij de houthakker Grollerer zijn rechterarm verliest en Thomas Mattl tijdens het baden in buitenlucht in slaap valt. De door het ijskoude badwater opgelopen verkoudheid overleeft hij niet. Na een enorme lawine verliest hij zijn geliefde Marie, zijn eigen hut en ontsnapt zelf net aan de dood. Andreas Egger loopt met zijn benen in ‘stralend wit gips’ en probeert te begrijpen wat er is gebeurd.

Een half jaar na de verwoestende lawine treedt hij als onderhoudsmonteur voor de kabelbanen op. Het werk is zeer riskant, twee ervaren bergbeklimmers moesten dit werk met de dood bekopen. Egger zit bij het verwijderen van het ijs en vuil in een houten frame, dat via een rolmechanisme langzaam via de stalen kabels naar beneden rolt, enkel beveiligd met één veiligheidskoord en een handrem. “Hij wist dat zijn leven aan een dunne draad hing, maar zodra hij een mast had beklommen, het rolmechanisme had geïnstalleerd en de karabijnhaak van de veiligheidslijn had bevestigd, voelde hij dat hij vanbinnen rustig werd en dat de verwarde en vertwijfelde gedachten die zijn hart als een zwarte wolk omhulden, in de berglucht geleidelijk verdwenen tot er niets meer dan pure droefheid overbleef.” (Vert. uit ‘Een heel leven’)

De Tweede Wereldoorlog breekt uit. Egger meldt zich vrijwillig aan om ten strijde te trekken. Een nazi-officier stuurt hem terug, want kreupele mensen passen niet in het Duitse leger anno 1938.  Vier jaar later staat Egger voor dezelfde commissie, nu niet vrijwillig. Hij is opgeroepen en nu wel geschikt bevonden voor de krijgsmacht. Hij moet namens nazi-Duitsland het oosten bevrijden.

Acht jaar blijft hij in Rusland, waarvan slechts twee maanden aan het front. De rest van de tijd verkeert hij tussen de krijgsgevangenen in de Kaukasus. Begin jaren 50 keert hij terug in het dorp dat ooit door de lawine werd verwoest. Om hem heen rijden glanzende auto’s, er zijn skipistes, massa’s toeristen en de boeren bieden hun omgebouwde stallen als logeerruimtes aan de toeristen aan. Egger ontmoet de verbitterde boer Kranzstocker die twee zonen in de oorlog verloor. “Nu kun je mij slaan! Sla me!!” Egger rukt zich los en gaat weg. Kranzstocker sterft op het moment dat hij met zijn oor gekluisterd naar een blazersconcert op de radio luistert.

HB Seethaler_978-3-446-24645-4_MR.indd

De originele, Duitse versie

Egger maakt kennis met zijn nieuwe wereld. Hij wordt verliefd op Grace Kelly en is getuige van de televisiebeelden met de eerste landing op de maan. Het bedrijf dat de kabelbanen aanlegde is inmiddels opgedoekt. Egger leeft van een uitkering waar hij als oorlogsveteraan recht op heeft. In 1957 ontmoet hij een ouder echtpaar dat de weg kwijt is. De twee mensen belonen hem voor zijn kundige werk bij het vinden van de juiste wegen. Daardoor komt Egger op het idee zich als berggids aan te bieden. Als hij hier na een tijdje genoeg van heeft doemt er voor de tweede keer een vrouw in zijn leven op. Het is een lerares die na vertrek van het schoolhoofd tijdelijk in het dorp is aangesteld. Egger is niet in haar geïnteresseerd, zij wel in hem. Het wordt niets tussen deze twee mensen en al snel is deze Anna uit het dorp verdwenen.

Egger woont de laatste jaren van zijn leven in een voormalige veestal, een paar honderd meter boven het bergdorpje. “Soms was het een beetje eenzaam in zijn nieuwe woning, maar hij zag zijn eenzaamheid niet als tekortkoming. Hij had niemand, doch hij had alles wat hij nodig had en dat was genoeg. De blik vanuit het raam was wijd, de kachel warm en na één winter verwarmen zou ook de penetrante geur van geiten en vee definitief weggetrokken zijn.” Uiteindelijk eindigt ook het leven van Andreas Egger.

Deze roman kan ik iedereen van harte aanbevelen. De eerder genoemde Christine Westermann noemt het in mijn ogen terecht “voeding voor de ziel”. Ik kan eraan toevoegen dat dit boek ook een heerlijke rust met zich meebrengt. Neem er de tijd voor, bijvoorbeeld op een regenachtige zondagochtend na een heerlijk ontbijt of op een luie namiddag met een kop thee. Lees het met dezelfde aandacht als een gedicht of geniet ervan zoals je van een klassiek concert of jazzoptreden genieten kunt. Neem de tijd om alle zinnen tot je door te laten dringen, niet om zo snel mogelijk naar het einde te snellen. Dat komt na nog geen 160 pagina’s vanzelf wel in zicht.  Het is knap hoe Seethaler het met ogenschijnlijk eenvoudig taalgebruik voor elkaar krijgt de lezer het leven van Andreas Egger te laten voelen, te laten meebeleven.

Interview van de Duitse omroep Bayerische Rundfunk met Robert Seethaler in Berlijn

Een heel leven
Auteur: Robert Seethaler
Vertaler: Liesbeth van Nes
Uitgeverij: De Bezige Bij
Jaar: 2015
Aantal pagina’s: 160
Prijs (gebonden): € 17,50

De Weense sigarenboer (vertaling van Der Trafikant)
Auteur: Robert Seethaler
Vertaler: Liesbeth van Nes
Uitgeverij: De Bezige Bij
Jaar: 2017
Aantal pagina’s: 256
Prijs: € 20,99

UPDATE (nieuwste boeken)

Het veld (vertaling van Das Feld)
Auteur: Robert Seethaler
Vertaler: Liesbeth van Nes
Uitgeverij: De Bezige Bij
Jaar: 2019
Aantal pagina’s: 240
Prijs: € 21,99

Het laatste deel (vertaling van Der letzte Satz)
Auteur: Robert Seethaler
Vertaler: Liesbeth van Nes
Uitgeverij: De Bezige Bij
Jaar: 2020
Aantal pagina’s: 128
Prijs: € 18,99

Borderkitchen met Robert Seethaler
Donderdag 4 juni, 20:00 – 21:00 uur,
Kerkstraat 11, Den Haag
Bezoek de website van Borderkitchen