De oorsprong van haatreacties op internet: trollen en geloofsstrijders

Image credit: Nick Youngson via Pcipedia.org (CC BY-SA 3.0).
In online discussieplatforms, vooral bij nieuwsberichten, zien we vaak een explosie van polariserende reacties. Deze reacties komen van verschillende groepen, variërend van individuele gebruikers tot georganiseerde trollgroepen en bots. Hier ligt een uitdaging voor zowel het publieke debat als voor de aanpak van online haatspraak.
Trollen: plezier in provocatie
Trollen zijn individuen die bewust provocerende of onzinnige opmerkingen plaatsen om reacties uit te lokken. Dit gedrag wordt vaak gedreven door een verlangen naar aandacht en manipulatie. Trollen vragen bijvoorbeeld zogenaamd naïeve vragen, wijken af van het onderwerp, of reageren met overmatige kritiek, enkel om chaos te veroorzaken. Ze willen vaak hun intellect laten zien of de discussie sturen door te shockeren, vaak zonder echte inhoudelijke bijdrage
Trollen hebben de neiging zich terug te trekken wanneer ze niet de gewenste reacties krijgen. De bekende uitdrukking “Don’t feed the troll” illustreert dit: door niet te reageren op provocaties verliezen trollen hun motivatie. Dit type provocatie wordt al sinds de jaren 90 gedocumenteerd en is nog steeds een veelvoorkomend probleem
Geloofsstrijders: ideologische kruistocht
Een andere groep die polarisatie versterkt, zijn de zogenaamde “geloofsstrijders”. Dit zijn mensen die sterk geloven in een bepaalde ideologie en het als hun plicht zien om deze overtuiging met kracht te verdedigen en te verspreiden. Ze behandelen andersdenkenden zonder respect, willen polariseren en zoeken voortdurend de confrontatie. Vaak gebruiken ze retoriek zoals “Lügenpresse” (leugenpers) en benadrukken ze wij-zij-denken. Terwijl trollen vooral plezier halen uit manipulatie, voelen geloofsstrijders zich vaak bedreigd en handelen ze uit angst of ideologische overtuiging
Georganiseerde trollgroepen en bots
Naast individuen zijn er georganiseerde trollgroepen en bots, die systematisch desinformatie verspreiden en haatcampagnes organiseren, vaak vanuit politieke of ideologische motieven. Deze trollfabrieken gebruiken nepaccounts om de publieke opinie te manipuleren door bijvoorbeeld identieke reacties of gecoördineerde acties onder nieuwsberichten te plaatsen. Dit versterkt het gevoel dat bepaalde extreme meningen breed gedragen worden
De situatie in Nederland
In Nederland zijn vergelijkbare trends zichtbaar, vooral op sociale media. Ook hier worden crisisperiodes, zoals tijdens de COVID-19-pandemie, gebruikt door populistische en extremistische groepen om online haatcampagnes te lanceren. Daarnaast wordt de rol van anonieme accounts en bots steeds belangrijker in de verspreiding van desinformatie en polarisatie
Conclusie
Trollen en geloofsstrijders zijn twee belangrijke bronnen van polarisatie in online discussies, met bots en trollfabrieken die daar vaak nog een schepje bovenop doen. Dit soort gedrag verstoort niet alleen het publieke debat, maar zorgt ook voor een vijandige online sfeer waarin respectvolle discussie nauwelijks mogelijk is. Het herkennen en aanpakken van deze patronen is een cruciale stap in de strijd tegen online haatspraak.
Het Landesmedienzentrum Baden-Württemberg (LMZ), waar deze informatie vandaan komt, is een toonaangevende Duitse instelling die zich richt op mediaopvoeding en het bevorderen van digitaal bewustzijn. Ze bieden onder andere ondersteuning bij het omgaan met trollen, desinformatie en haatcampagnes op het internet, vergelijkbaar met initiatieven zoals Mediawijzer.net in Nederland
Ruim 10 jaar geleden trok dit onderwerp al mijn aandacht en schreef ik er onder de titel “Huili huili” een column over.