Het is alweer vrijdag

Morgen is het maandag, dacht ik en viel in slaap. De volgende ochtend liep in met die gedachte naar het kantoor en merkte aan de sfeer dat het geen maandag kon zijn. Er werd vrolijk gegroet, er werden flauwe grappen gemaakt en iedereen wist dat het weekend voor de deur stond.

Ik dacht dat het maandag was, zei ik. Mijn twee collega’s lachten. Dat heb je als je twee dagen ziek bent geweest en op vrijdag weer moet beginnen. Dat zou kunnen, zei ik en liep naar de keuken om een kop vrijdagkoffie te pakken. Op vrijdag smaakt de koffie anders dan op maandag. Op maandag snak je naar koffie, omdat er nog flink wat werkdagen in het verschiet liggen. De koffie is krachtig en hard nodig. Op vrijdag lijkt de koffie langzamer in de mok te stromen, met meer schwung, met het gevoel dat het de laatste werkdag van de week is.

Na het weekend overkwam me iets merkwaardigs. Ik fietste als altijd naar het kantoor, zette mijn fiets in het fietsenhok en liep het kantoor binnen. Mijn twee collega’s waren er al. Er werd weer vrolijk gegroet, er werden flauwe grappen gemaakt en ik snapte er niets van. Het lijkt wel vrijdag, zei ik. Het is vrijdag, zeiden ze. Ik keek op de kalender. De rode schuif stond op vrijdag. Ik lachte en twijfelde licht aan mezelf. Gisteren was het toch nog zondag, zei ik. Mijn collega’s lachten. Ja, natuurlijk, zondag en dan vrijdag, zeiden ze in koor. Ik haalde koffie en genoot van de voor mijn gevoel bijzonder korte werkweek. Ik wist echter zeker dat het gisteren zondag was.

Dat weekend legde ik op zondag voor het slapen gaan een papiertje op tafel met de tekst ‘deze tekst is op zondag geschreven, dus als je dit leest is het maandag’. Maandagochtend zoemde de wekker. Ik las tevreden het papiertje en fietste naar het kantoor.

Bij het zien van mijn collega’s verdween mijn maandaggevoel als sneeuw voor de zon. Wat was er aan de hand? De rode schuif stond op vrijdag. Ik lachte. Vertel me niet dat het alweer vrijdag is, zei ik. Mijn collega’s lachten nog harder dan ik. Ze wezen naar de deur. Ik schrok me rot. Daar kwam het koffiezetapparaat aan gelopen en riep met mechanische stem „de vrijdagkoffie staat klaar”.

Ik vroeg aan mijn collega’s of ze echt waren. Misschien was ik wel dood en leefde ik als geest in een wereld waarin het voor en na het weekend altijd vrijdag was, in een wereld met driedaagse weken. Wij zijn echt, zeiden mijn collega’s. We twijfelen echter of jij wel echt bent. Jij denkt steeds dat het maandag is, terwijl het altijd vrijdag is. Ik knikte en haalde mijn koffie. Dan is het gewoon zo, dacht ik. Dan is het alweer vrijdag.

Deze tekst staat ook op metronieuws.nl