Tag Archives: griep

Aan de beterende hand

theeRuim een week houdt de griep of verkoudheid, in ieder geval één van de twee, mij stevig in de greep. De afgelopen periode verliet ik zelden mijn woning en bracht ik vooral veel tijd in bed of op de bank door. Gisteren besloot ik in gedachten weer eens op pad te gaan. Immers, een beetje beweging hoort ook bij het genezingsproces. Ik bereidde me mentaal voor op de dag van vandaag, de dag waarop ik een halve kilo kaas en een stuk gember wil kopen. Hoewel mijn smaakpapillen nog niet optimaal werken, heb ik een enorme zin in kaas. Gemberwortel wilde ik al dagen geleden kopen, omdat het een gezond paardenmiddel bij verkoudheden schijnt te zijn. Als ik mijn trui over twee T-shirts trek en mijn sjaal omsla, hoest ik er nog even flink op los en hoop dat het de komende minuten bij deze hoestbui blijft. Op mijn iPhone kijk ik voor de aardigheid nog even op Google Maps om te weten hoe groot de naderende loopafstand is. Tegen kennissen en mezelf zeg ik altijd dat de markthal om de hoek ligt of op steenworp afstand, twee heerlijk vage begrippen. Voortaan zeg ik dat de hal 600 meter van mijn woning ligt. Dat klinkt alsof ik een gek ben die alles in getallen uitdrukt – vandaag wordt het volgens het weerbericht, dat ik om 7 minuten over elf op de radio hoorde, 12,3 graden – maar dat is schijn. Wellicht zijn het de bijverschijnselen van een langdurige verkoudheid die me tot dit soort vreemde acties aanzet. Na twee stappen uit mijn woning is mijn rug al nat van het zweet. Dat is natuurlijk een goed teken, de afvalstoffen willen er ook uit. Voor het bezoek aan de markthal met daarin heel veel kaas en heel veel gemberwortels heb ik de hele dag uitgetrokken.
“Natuurlijk”, glundert de lange jongeman van de kaaswinkel als ik om een halve kilo extra belegen Gouda vraag. Door de volle, krullige haardos doet hij me aan Art Garfunkel uit vroeger tijden denken. Hij pakt het grote stuk kaas uit de vitrine en ik weet nu al dat dit meer dan een halve kilo is, véél meer. Ik schat zo’n 323 gram meer.
“Dat is vast en zeker meer”, vertel ik.
“Ja, dat is het zeker”, zegt de jongen, voor wie de beroemde zin ‘mag het ietsjes meer zijn’ in dit geval onbruikbaar is.
”Is ook prima zo”, zeg ik  en zie op de display van de weegschaal dat de kaas 844 gram weegt, net iets meer dan ik dacht, 21 gram.
“Super”, roept de jongen dolblij en gooit uit vreugde bijna het stuk kaas in de lucht.
“Kaas gaat er altijd in”, vertel ik en naast mij knikt een oud heerschap met boodschappentas en vrouw mij lachend toe. Ik stel me een omgekeerde situatie voor waarin een dikke Duitser in een Nederlandse markthal met Duits accent vertelt dat ‘Wurst’ er altijd ingaat als hij de Nederlandse slager vertelt dat een groter stuk worst ook prima is.
De kaasverkoper in de markthal op 600 meter van mijn woning is helemaal in zijn nopjes. Had ik erop gestaan een halve kilo te willen hebben, dan zat hij nu opgescheept met een stuk kaas van 344 gram, een stuk dat voor de meeste klanten net te weinig of net te veel is.
“Alstublieft mijnheer, een diamantstuk!”, roept hij en overhandigt me het grote stuk kaas.
“En dan wens ik u nog een heel, héél fijn weekend”, groet hij. Ik ben compleet ondersteboven, zoveel hartelijkheid kom je niet iedere dag tegen. Vanuit de groente- en fruitkraam ernaast kijkt een enorme gemberwortel mij aan. Ik wijs ernaar, de dame in een schort met daarop een lachende komkommer pakt het onmogelijk vormgegeven stuk gemberwortel en vraagt er twee euro en vijf cent voor. Ik weet zeker, dat als ik nu in al mijn broek- en jaszakken zou voelen en met spijtige stem zou zeggen dat ik twee cent te kort kom, dat ik de gemberwortel voor 2 euro en drie cent mee zou krijgen. Ik voel echter niet in al mijn broek- en jaszakken en zeg evenmin met spijtige stem dat ik twee cent tekort kom. Ik betaal gewoon twee euro en vijf cent en verlaat de markthal. Op straat is mijn vreugde groot. Zonder veel moeite heb ik een groot stuk kaas én een flinke gemberwortel te pakken, ik sta nog met beide benen op de grond en hoest niet. Zou ik aan de beterende hand zijn? Eenmaal thuis schil ik een stuk gemberwortel met een lepel (op Youtube als tip opgepikt), snij schijfjes gember en maak er met honing en heet water een gezonde kop thee van. Twee stukken toast beleg ik met extra belegen kaas en ik zet de computer aan. Wat een actie, dit is echt nieuw! Al dagen zit of lig ik doelloos op de bank mijn lot als grieperige of verkouden persoon te ondergaan maar nu lijkt er een kentering op komst. Tot mijn grote verbazing open ik als eerste programma Word en begin te schrijven over de aanschaf van een groot stuk kaas en een grote gemberwortel. Op dat moment weet ik het zeker, ik ben aan de beterende hand.