Museum zonder toegangsdeur?
Berlijn heeft één ding gemeen met het leven in Spanje, namelijk het “uit eten gaan”. Dat doe ik hier net zo makkelijk als in de periode (1996- 2006) dat ik op Mallorca woonde. De prijzen zijn hier dermate laag, dat buiten de deur eten veelal niet duurder is dan thuis zelf iets te koken. Dat heeft tot gevolg dat ik regelmatig in een Thais, Indisch of Italiaans restaurantje te vinden ben. De ene keer ’s avonds, de andere keer ’s middags.
Vandaag genoot ik van een gezonde Indische maaltijd met een nog gezonder glas Yogi thee als begeleider. Terwijl je in Spanje overal de krant op tafel ziet liggen, vind je hier doorgaans een rek met een uitgebreide leesportefeuille. Ik vraag me af of je de leesportefeuille in Nederland nog tegenkomt. Vroeger lagen die bladen altijd bij de kapper, dat weet ik nog. Maar goed, hier liggen ze in vrijwel iedere horecagelegenheid en dus bladerde ik door Der Spiegel, om te zien wat er zoal aan de hand is in de wereld. Verbaasd stootte ik op een bericht uit het dorp waar ik ben opgegroeid. Dat is een rare gewaarwording. Ik ben namelijk opgegroeid in een klein dorpje, Doorn genaamd. Het is vooral “beroemd” als woonplaats van Simon Vestdijk en als verblijfplaats van de Duitse Keizer Wilhelm II.
Het verblijf van die eigenaardige keizer vormde de aanleiding van het bericht met als titel „Der Kaiser im Exil“. Volgens het bericht bezuinigt de Nederlandse overheid extreem veel in de kunst- en cultuursector. Door die bezuinigen stonden nu al 6 van de 8 personeelsleden van Huis Doorn op straat. Ik las verder dat de heer Sietsema van Huis Doorn toch nog hoopte op een financiële bijdrage van de Nederlandse overheid, want volgend jaar is het immers precies 100 jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog begon. Daarbij speelde Keizer Wilhelm II, die in 1918 naar Nederland vluchtte, geen onbelangrijke rol. De man had er in Duitsland namelijk een behoorlijk zooitje van gemaakt.
Ik heb de website van Huis Doorn net even bekeken en vastgesteld dat minister Bussemaker heeft aangegeven een project te willen bekostigen over de Eerste Wereldoorlog ter gelegenheid van de herdenking 2014-2018. Dat is in ieder geval iets. Daarnaast las ik dat het ministerie het behoud van de collectie wil steunen maar dat de steun echter niet meer geldt voor de openstelling voor het publiek. Dat betekent dus dat het een museum blijft, echter met de vermelding dat het 7 dagen per week, 24 uur per dag, gesloten zal zijn voor publiek. Eerlijk gezegd had ik nooit gedacht dat Huis Doorn ooit zou moeten sluiten. Er werken al sinds jaar en dag meer dan 100 vrijwilligers om alles in stand te houden. Als het om kunst en cultuur gaat, dan denk ik vaak, wat is Nederland in de loop der jaren toch een “armselig” land geworden.