Grimmig heden (2)
Deze bijdrage heet Grimmig heden (2), omdat er vandaag een citaat aan de originele bijdrage op 28 februari is toegevoegd. Het betreft het citaat geheel onderaan (donderdag 14 juli 2005)
Grimmig heden is een titel die past bij een boek dat over het leven anno 2022 gaat. Het is echter de titel van een boek dat in 2007 bij uitgeverij Van Gennep verscheen, geschreven door de in Berlijn woonachtige Vlaamse schrijver en journalist Piet de Moor. Hij maakte diverse reizen door Rusland, Midden-Europa en de Balkan en is een ware Oost-Europakenner.
Destijds schreef De Standaard dat “De Moor op zijn 57ste een schrijver is die goed in zijn vel zit, omdat hij weet wat hij niet kan, maar ook omdat hij steeds meer vertrouwen heeft in wat hij wel kan. Grimmig heden is niet alleen een polyfonie, maar tegelijk een prelude op het allerbeste werk van De Moor.”
Grimmig heden is een dagboek. Volgens een bespreking van NBD Biblion schrijft De Moor dat hij zichzelf ‘op de korrel’ wil nemen en zijn obsessies rubriceren: “Hij gebruikt het dagboek niet om zijn dagelijkse beslommeringen te beschrijven en hij beschrijft zelden gebeurtenissen die hij meemaakt of personen die hij ontmoet.”
Het is de moeite waard dit boek weer eens ter hand te nemen, omdat de politiek in Oost-Europa actueler is dan ooit. Dat blijkt wel uit de volgende passages:
Zondag 7 augustus 2005
Ik kan me indenken dat over de kwestie Transnistrië ooit nog eens een wereldoorlog losbarst. Aan de overkant van de Dnjestr puilt het van de Russen, van Russische wapens en van Russische soldaten die volgens de CVSE-bepalingen uit 1999 (Istanbul), al in 2002 hun matten hadden moeten oprollen. Sinds de Russen hun bondgenoten in Kiev kwijt zijn, zit dat bandietenlandje nu gekneld tussen de Moldavische republiek en Oekraïne. Transsinistrië dus.
(Fragment uit Grimmig heden, dagboek van Piet de Moor, blz. 242, publicatie 2007, Van Gennep, Amsterdam).
Donderdag 14 juli 2005
“Rusland is gevaarlijk: een gewond dier. Nog altijd even sinister en leugenachtig als voorheen, maar nu ook mateloos rancuneus en gefrustreerd, ontdaan van zijn kroonlandengewei, maar nog vol angst voor eventuele amputaties aan de rand van zijn kernland. Rusland wil niet met zijn verleden in het reine komen omdat het zo’n onderzoek als een vernedering ervaart. Dat verleden is een bodemloos moeras. Poetins Rusland is verkrampt, zonder mededogen, harteloos. Het heeft alle kenmerken van een dictatuur. Tegenover iedere afwijkende mening, van individu of groep, gedraagt het zich als een afgewezen en verongelijkte minnaar: eerst ontstemd, daarna mokkend en bokkend, daarna baldadig en handtastelijk. Om het te houden bij de eenvoudige formule van Michail Ryklin (de correspondent van Lettre): Rusland is innerlijk niet vrij. Ik zeg: poetinisme is autoritarisme met een gangsterhoedje op.”
(Fragment uit Grimmig heden, blz. 208).