Opmerkelijk
Soms lees ik iets en denk „hoe is het mogelijk!“ En heel soms gaat het zo ver, dat ik denk „dat moet ik iemand vertellen“. Die iemand, dat is de lezer van dit stukje, die ik graag een passage voorlees uit één van de vele prachtige boeken van Cees Nooteboom, de in eerste plaats toch Nederlandse dichter, die deze zomer tachtig jaar wordt. De titel van het boek: “De zucht naar het westen”. Eerste druk: 1985 (!). En dan nu de passage. Cees Nooteboom is in New York en schrijft:
“ In de witte ochtendzon sta ik bij het nieuwe Trade Centre en word kleiner en kleiner, tot ik gekrompen ben tot wat iemand vanaf de hoogste verdieping van mij ziet: niets. Zilver schijnend staan ze daar aan de rivier, die twee torens, alles vermalend tot een ouderwetse wereld en toch op de een of andere manier fragiel, kwetsbaar, iets wat nooit kan blijven en op een dag met een zucht in elkaar zakt, verfrommeld als een sigarettenpapiertje. Ik ga er niet in, zoals je niet in een sieraad naar binnen wilt, maar blijf lopen tussen de versintelde, doorgerookte, geblakerde ‘oude’ gebouwen van die buurt, laat negentiende-eeuws en met een menselijke maat die afgeschaft wordt.”
Zal ik er nog bij vermelden dat ik 1985 vetgedrukt heb geschreven, omdat die datum 16 jaar vóór 11 september 2001 ligt? Ach, ik heb het al gedaan.
Dit is op Blog Allard van Gent herblogden reageerde:
Het blijft opmerkelijk