Toevalleren in Berlijn

De bekende Berlijnse toren wilde weer eens in beeld.

‘Dat gaat vandaag niet meer lukken’, vertelt de vrouw achter het loket, ‘de nummertjes zijn op.’
Mijn Duits is goed genoeg om te begrijpen dat dit wel een heel merkwaardig antwoord is op mijn vraag waar ik in dit stadsdeelkantoor een inschrijvingsbewijs kan halen. Dat heb ik nodig om binnenkort bij de Nederlandse ambassade mijn paspoort te laten verlengen. De  Anmeldebestätigung voor Kreuzberg heb ik wel maar volgens de richtlijnen van de ambassade mag deze niet ouder dan zes maanden zijn.

‘Dan moeten er nieuwe nummertjes in’, opper ik. Ik ken die apparaten nog uit de tijd dat ik pas in Berlijn woonde en me overal moest aanmelden en overal moest wachten. In Nederland stonden ze vroeger altijd bij de bakker en de groenteboer, dat waren de winkels waar je een nummertje moest trekken.
‘Een stormloop, mijnheer’, vertelt de vrouw achter het loket mij. ‘Alle nummertjes weg, meer dan 200 mensen, vandaag is niets meer mogelijk, we zijn overbelast.’
‘Maar dan kan ik pas maandag weer hier naartoe, morgen en overmorgen is Burgerzaken toch gesloten?’
Ze zwijgt instemmend.

Dit heb ik nog nooit eerder meegemaakt. Het stadsdeelkantoor is tot 13:00 uur open en om half elf word je niet meer geholpen, omdat het te druk is. Op weg naar huis besluit ik bij U-Bahn station Mehringdamm spontaan een bezoekje af te leggen bij de fotozaak. Ik heb immers ook pasfoto’s nodig. Voor een Nederlands paspoort heb je andere pasfoto’s nodig dan voor een Duits reisdocument en dus moet je de halve stad door, op weg naar een geschikte fotograaf. Op de website van de ambassade staan een aantal namen van fotozaken die zich hebben gespecialiseerd in het nemen van pasfoto’s voor Nederlandse reisdocumenten. ‘Jet Foto, Dircksenstrasse 89′ lees ik op een papiertje wat ik had meegenomen voor een eventueel bezoek aan de fotozaak. Jet Foto is één van de zaken die op de website van de ambassade worden genoemd. Als ik even later vanaf Alexanderplatz de Dircksenstrasse inloop, blijkt dat nummer 89 niet bestaat.

‘Andere kant’, legt een Chinese dame van een souvenirwinkel mij uit. Ik loop nu aan de andere kant van de Dircksenstrasse terug naar Alexanderplatz maar zie wederom geen nummer 89. Het is een rare dag, zeg ik tegen niemand en google op mijn telefoon naar Jet Foto.
“Onder de boog bij Alexanderplatz”, vertelt de dame van Jet Foto mij via de telefoon. Ik loop langs allerlei bogen bij Alexanderplatz maar vind geen Jet Foto. Dan zie ik op een etalageruit reclame voor een fotozaak. Volgens de grote pijl moet ik het station in en ja hoor, in de hal bevindt zich een kleine fotowinkel, gespecialiseerd in pasfoto’s. De zaak heet echter geen Jet Foto.

‘Die zit verderop, bij Alexa. Wat wilt u dan?’
Ik twijfel. Ik wil een foto maar dat klinkt nogal vreemd in deze zaak voor pasfoto’s.
‘Een speciale foto voor een Nederlands document’, leg ik uit.
‘Dat doen wij ook’; vertelt ze vriendelijk.
Opnieuw twijfel. Dat doen wij ook, ze ruikt gewoon handel.
‘Echt?’, vraag ik en realiseer me dat ik hiermee zeg dat ik haar niet geloof.
‘Ja, echt, 100%. Hier komen veel Nederlanders die dat laten doen.’
Waarom staat ze dan niet op de website van de ambassade, denk ik. Nu is het een kwestie van vertrouwen. Ik kijk haar nog eens goed aan en besluit dan hier de foto’s te laten maken.
‘Wat is eigenlijk het verschil met de foto’s van de Duitsers?’, vraag ik als ik mijn jas heb uitgedaan en klaar zit voor de opname.
‘Nederlanders hebben grotere hoofden.’
Ik moet lachen.
‘Mond gesloten’, zegt ze.
‘Ik wil juist lachend op de foto’.
‘Nee. Op officiële documenten wordt niet gelachen’, vertelt ze me lachend. Ik moet weer lachen maar dat mag dus niet. Ik hou me in. Dan denk ik heel eventjes dat ik in een uitzending met verborgen camera verstrikt ben geraakt, want ik moet een soort zwemplankje van wit schuimplastic voor me houden, op buikhoogte.
“Daar legde ik als kind mijn hoofd op, bij het rugzwemmen”, schiet het door m’n hoofd.
‘Dit is wel een hele aparte bedoeling’, vertel ik.
‘Het is niet anders’, vertelt ze en vraagt me haar aan te kijken. Dan worden de pasfoto’s genomen.

Vertrekpunt rondvaart.

Een tientje lichter verlaat ik fotozaak 1A Foto, die ook op de website van de ambassade blijkt te staan maar dat wist ik op dat moment niet. Ik loop terug naar de Dircksenstrasse, richting Hackescher Markt. Halverwege de straat loop ik een Thais restaurant binnen. Vijf minuten eerder dacht ik er nog aan ergens een kop koffie te drinken en een broodje te eten maar goed, op een dag als deze gebeuren wel meer onvoorspelbare dingen. Het toeval is sterker dan ik.

Bij een gastvrije serveerster bestel ik gemberthee met citroen en honing. Het is de eerste keer in mijn leven dat ik gemberthee met citroen en honing bestel. Ook dit past bij deze verrassingsdag. Voor € 7,20 bestel ik vervolgens gegrilde en gemarineerde varkenshaas met koriander op wokgroente en een saus van zwarte peper en whiskey. Het geheel wordt geserveerd met rijst en radijsjes in de vorm van bloemen. Een eenvoudige maar smaakvolle salade gaat eraan vooraf en is bij de prijs inbegrepen. Alles smaakt zo heerlijk, dat ik Thai Inside opgewekt verlaat en besluit de bibliotheek nabij het museumeiland te bezoeken. Daar ligt een boek over Berlijnse theaters dat ik alleen op die locatie kan ophalen. Ik weet alleen niet precies waar de bibliotheek zich bevindt maar onderweg kan ik altijd vragen naar de Breite Straße, dat is het adres. Via de Hackescher Markt loop ik richting de  Spree. Dan hoor ik een luide bel. Ik kijk opzij en zie een bord met vertrektijden voor rondvaartboten.

Achterkant van de bibliotheek.

‘U kunt meteen instappen’, vertelt de verkoper van rondvaartboottickets.
Ik twijfel voor de derde keer vandaag.
‘Varen jullie door Kreuzberg, over het Landwehrkanal?’, vraag ik.
‘Nee, centrum. Hier in de buurt.’
‘Na, ik wil door Kreuzberg varen.’
‘Na, dat gaat vandaag sowieso niet lukken, want er zijn weer problemen met de sluizen.’
Neemt ie mij in de maling of niet?
‘De concurrent vaart zeker door Kreuzberg?’, vraag ik.
‘Nee, wij varen ook door Kreuzberg. Maar nu niet, ik zei toch al, de sluizen.’
Ik twijfel voor de vierde keer.
‘Ik woon al een paar jaar in Berlijn maar ik wilde altijd al een keer in zo’n rondvaartboot.’
‘Dan is het nu toch perfect. Droog, lekker rustig.’
Nu twijfel ik niet voor de vijfde keer maar koop voor € 12,00 een ticket. Tien minuten later vaar ik samen met vijf andere gasten over de Spree. De Nederlandse ambassade kan ik net niet zien, want vóór de sluizen draait de boot om en vaart richting de Berlijnse regeringswijk. Ik neem wat foto’s en vind het al met al wel aardig om de stad eens vanaf het water te zien. Onderweg zie ik zelfs de achterkant van de bibliotheek. Nu weet ik meteen waar ik na afloop van dit toeristische intermezzo naartoe moet.

‘Dat kan niet’, antwoordt de dame van de bibliotheek.
‘In Kreuzberg kon het wel’, vertel ik.
‘Het kan niet vanwege de techniek’, legt ze uit en wijst naar de automaat waarmee je bibliotheekboeken uitleent. Die automaat vraagt om je bibliotheekpasje en die heb ik niet bij me. In Kreuzberg was dat ook een keer het geval maar daar kon ik met het tonen van mijn paspoort het gereserveerde boek toch meenemen.
‘Waar in Kreuzberg?’, vraagt deze bibliotheekdame.
‘Ergens een kleine bibliotheek’, zeg ik.
‘Ja, maar hier kan dat niet. Wij zijn een grote bibliotheek. Bovendien, ik mag het niet doen.”
‘Echt flexibel bent u niet. U wilt het niet doen’, zeg ik en merk dat ik uiterst rustig en vriendelijk blijf.
‘Het is de techniek. Het kan niet.’
Ik geef het op, leg het boek terug en loop naar buiten. Nieuwsgierig loop ik langs de sluizen bij de Nederlandse ambassade. Er liggen twee boten. Dat begrijp ik niet.

Ik voel me nog steeds energiek – zou het de gemberthee zijn? – en roep naar de kapitein.
‘De sluizen zijn toch niet kapot?!’
‘Wablief?!’, roept hij, maar dan in het Duits.
‘Ik kon niet met een rondvaartboot naar Kreuzberg, want de sluizen zouden kapot zijn.’
‘Dat was vanochtend!’, roept hij. ‘Nu doen ze het, dat zie je toch!’

Ja, dat zie ik. Ik bedank de kapitein en besluit nu echt op huis aan te gaan. Genoeg getoevalleerd vandaag. Dat woord schoot me net te binnen. Natuurlijk bestaat het niet maar het zou kunnen bestaan. Toevalleren kan ik alleen op een dag als deze, als er even geen spoedeisend werk wacht en ik tijd heb om bijvoorbeeld een stadsdeelkantoor te bezoeken en pasfoto’s te laten maken. Dan toevalleer ik graag door Berlijn om er later over te berichten.

One comment

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.