Nieuwe secundaire literatuur over Albert Vigoleis Thelen
Onlangs verscheen bij de wetenschappelijke Duitse uitgeverij J.B. Metzler Verlag een interessant boek met nieuwe secundaire literatuur over de schrijver Albert Vigoleis Thelen. Dat meldt Jürgen Pütz op zijn website. Deze Duitse literatuurwetenschapper schreef een proefschrift over Albert Vigoleis Thelen dat in 1990 onder de titel Doppelgänger seiner selbst in boekvorm verscheen.
De titel van het pas verschenen boek luidt Babylon – Mallorca. Figurationen des Komischen im deutschsprachigen Exilroman. Moritz Wagner, hoofdassistent voor Neue Deutsche Literatur aan de Universiteit van Genève, onderzoekt in zijn proefschrift de volgende drie werken:
Alfred Döblin, Babylonische Wandrung oder Hochmut kommt vor dem Fall (1934), Veza Canetti, Die Schildkröten (1939) en Thelens Insel des zweiten Gesichts (1953).
De analyse van Die Insel omvat altijd nog 68 pagina’s en ze behoren volgens Pütz tot het beste wat er tot nu toe aan secundaire literatuur over Thelen is verschenen. Al meteen in het voorwoord wijst Wagner erop dat het hoofdwerk van Thelen de aanleiding was zich met het fenomeen van komiek in de Duitse Exilliteratuur bezig te houden.
Trok Fritz J. Raddatz in zijn recensie over Thelens brievenboek Meine Heimat bin ich selbst (Die Welt vom 15.1.2011) de emigrantenstatus van Thelen om onbegrijpelijke wijze nog in twijfel, zo looft Wagner Die Insel “als een belangrijk werk van de Duitstalige Exilliteratuur.”
Wagner komt met een nieuw begrip op de proppen als het gaat om de vraag tot welk genre Die Insel behoort. Is het een roman of een autobiografie? Daarover wordt al sinds eind jaren 80 gediscussieerd. Wagner verrijkt de Thelenstudie met het het begrip “Autofiktion” (autofictie). Daarnaast bedeelt hij de protagonist Vigoleis de rol van Picaro toe en houdt hij zich uitgebreid bezig met de reisleider-scenes als voorbeelden van antifascistische satire.
Volgens Pütz zijn het niet alleen de door Wagner ingevoerde begrippen als „digressiekomiek“ (Digressionskomik), „melancholische zelf belachelijkmakerij“ (melancholische Selbstverlachung) en „humoristische metafictie“ (humoristische Metafiktion) die zijn onderzoek tot een uiterst waardevolle bijdrage tot de Thelenstudie maken.
Deze maand verschijnt in Kunsttijdschrift Vlaanderen een bijdrage van mijn hand over de schrijver Albert Vigoleis Thelen. Daarin komt ook literatuurwetenschapper Jürgen Pütz aan het woord n.a.v. een interview dat ik eerder dit jaar met hem in Keulen had.
Bron
vigoleis.de (website van Jürgen Pütz over Albert Vigoleis Thelen