Alarm
Eén keer in je leven moet je eraan geloven. Vandaag was ik aan de beurt. Het gebeurde een paar uur geleden in de Edeka-supermarkt in de Berlijnse Bergmanstrasse.
‘Paraplu’, dacht ik in eerste instantie, maar in tweede instantie wist ik dat het de paraplu niet kon zijn. Ik heb hier namelijk al vaak genoeg boodschappen gedaan met een paraplu in mijn hand, mand of winkelwagentje.
‘Chocolade?!’ riep de caissière vragend, terwijl ik met mijn volle boodschappentas op weg was naar de uitgang. Ik keerde me om en liep op haar af. Wat moet je anders? Ik vreesde dat er nu stevige beveiligingsmensen vanachter de schappen zouden opduiken om mij hardhandig in de boeien te slaan. Dat gebeurde niet. Wel keek ik onschuldig naar de caissière die chocolade riep én naar de wachtende rij mensen aan haar kassa. Alle blikken waren op mij gericht.
‘Ritter Sport?’, vroeg ze.
Bij mij dreigde het kwartje te vallen. Daarom ging dus het alarm van het poortje af, omdat er iets met de Ritter Sport chocolade aan de hand is? Eigenlijk wilde ik helemaal geen Ritter Sport kopen, maar ik zag dat het product in de aanbieding was en dus kocht ik twee van die vierkante repen.
‘Knusperkeks en Nougat’, antwoordde ik de caissière .
Een klant uit de rij, ongeveer van mijn leeftijd, stak zijn duim op.
‘Nougat, goede keuze, lekker!!’
‘Ik heb liever Alpenmich’, zei een oudere dame die achter de man stond die reclame maakte voor de Nougat-reep.
‘Twee repen Ritter Sport heb ik gekocht’, zei ik vervolgens tegen de caissière.
‘Dan is het goed, u kunt doorlopen.’
Ik wilde nog uitleggen dat ik best bereid was de repen uit mijn tas te halen, maar ik zag dat sommige klanten al woedend van ongeduld in mijn richting keken. Hoe lang zou dit nog gaan duren met die meneer die het alarm liet afgaan, las ik op hun gezichten.
Ik keerde me dus weer om en liep nogmaals door het poortje. En natuurlijk rinkelden de alarmbellen. Ik besloot niet om te kijken. Met grote passen liep ik de supermarkt uit, de regen tegemoet.
‘Als ik hier vanavond nog een keer boodschappen doe, wat spullen in een geheim vak van mijn tas verstop én een reep Ritter Sport koop, dan roep ik als de alarmbellen rinkelen gewoon vrolijk ‘Ritter Sport!’ Ik zag de situatie al helemaal voor me. Proletarisch winkelen met Ritter Sport!
Maar mijn geweten knaagde. Diefstal is diefstal. En opeens werd mij duidelijk dat het niet de moeite waard was dit experiment uit te proberen. Ik zag mezelf namelijk opnieuw door het poortje lopen, Ritter Sport roepen maar daarna trok ik opeens wit weg.
‘Mijnheer, het probleem met de Ritter Sport is al lang opgelost! Klaus, neem jij die mijnheer even mee naar het kantoor?’