Draaiboek des levens
Vorige week zaterdag bezocht ik de bibliotheek bij mij in de buurt. Ik verliet mijn woning op de vierde verdieping van het Berlijnse achterhuis in Kreuzberg 61, het deel dat in tegenstelling tot het oostelijk gelegen, alternatieve Kreuzberg 69, als het burgerlijke Kreuzberg wordt gezien. Ik liep de acht trappen af, trok de krakkemikkige buitendeur open en liep vervolgens over de binnenplaats die gevuld was met de gele, blauwe en bruine verrijdbare vuilcontainers en aan weerszijden de fietsenrekken. Dit was het laatste stukje van mijn woongebied. Daarna opende ik één van de twee zware, hoge houten deuren en keek direct naar rechts en links om niet door razende fietsers aangereden te worden. De brede trottoirs naast de smalle fietspaden nodigen veel fietsers uit om inhaalmanoeuvres op de stoep uit te voeren.
Het bezoek aan de bibliotheek was een spontaan bezoek. Ik was niet op zoek naar een naslagboek voor een tijdschriftartikel of een roman die ik per se wilde lezen. Wel wilde ik me vandaag laten verrassen door het aanbod biografieën. Er zijn dagen dat ik biografieën volstrekt overbodig vind, omdat het toch gaat om wat de persoon heeft gepresteerd en niet om zijn of haar privéleven. Maar heel soms heb ik zin om biografieën te verslinden, wil ik alles weten over de schrijver, musicus, filosoof of zanger. Vandaag was zo’n dag dat ik de honger naar een goed geschreven levensbeschrijving wilde stillen.
Als altijd liep ik door de openstaande deur die zich naast de pompeuze draaideur van de Amerika Gedenkbibliotheek bevindt. Ik vermoed dat deze openstaande deur oorspronkelijk niet als toegangsdeur was gepland, maar alleen voor rolstoelgebruikers had moeten dienen. De verstoppingen in de draaideur hebben er waarschijnlijk toe geleid de extra deur ook als toegangsdeur voor alle bezoekers ter beschikking te stellen. Soms, als er geen andere personen in de draaideur staan, maak ik er gebruik van om na mijn wandeling even op adem te komen. Je kunt immers niet snel door een draaideur wandelen, maar moet je voetje voor voetje voortbewegen. Ga je te snel, dan blokkeert de deur en kun je niet verder. Een nadeel dat veel draaideuren hebben.
Zou er een biografie bestaan over de uitvinder van de draaideur, vroeg ik mij bij binnenkomst af en liep naar een van de staande werkplekken die haaks op de lange boekenrekken aan de zijkant stonden. Elke werkplek beschikte naast een bakje met notitievelletjes en een potlood over een beeldscherm, een toetsenbord en een muis. Ik logde in op de catalogus van de bibliotheek en kwam er al snel achter dat Theophilus Van Kannel de uitvinder van de draaideur was. Ik pakte een notitieblaadje en het potloodje dat ik uit de Ikea-filialen ken. Vervolgens noteerde ik welk nummer het boek T. Van Kannel, the Inventor: His Autobiography and Journal had.
Van Kannel werkte in de lobby van een gebouw in Philadelphia, las ik in zijn biografie. ’s Winters liepen de mensen in en uit door de hoofdingang en stelden Van Kannel bloot aan de koude winterlucht. Hij schreef hierover dat “iedere persoon die door de deur komt (een deur van buitenaf) eerst een koele windvlaag meeneemt met sneeuw, regen of vuil, inclusief het straatlawaai: daarna volgt de ongewenste knal!” Van Kannel zette zijn gedachten aan het werk en in het jaar 1888 kwam hij met de New Revolving Storm Door op de proppen. Hierbij kwamen vier gespleten deuren tegelijk op één draaipunt uit en twee deuren bleven altijd in contact met de muur. Hierdoor werd er weinig binnen- en buitenlucht afgevoerd en stroomde er minder geluid en walm naar binnen.
Ik zette de biografie over Van Kannel weer terug in het rek en liet mijn blik over titels op de boekruggen gaan, op zoek naar een interessante biografie. Op dat moment, het boek over de draaideuruitvinder lag drie seconden eerder nog in mijn hand, doemde een vraag op en wel van een bibliotheekbezoeker die ik nog niet had opgemerkt. Daarom schrok ik van het stemgeluid van de man die op nog geen meter afstand achter mij stond.
– Wat bedoelt u, vroeg ik.
– Ik bedoel wat ik zeg: kent u uw eigen draaiboek des levens, geschreven door anderen?
– Bedoelt u de Bijbel, antwoordde ik. Iets anders schoot me niet te binnen.
De man lachte. Hij lachte me niet uit, maar lachte complimenteus. Mijn antwoord vond hij zeker niet slecht, maar blijkbaar lag ik er volkomen naast.
– Heeft u vijf minuten tijd, dan leg ik het u uit. Gewoon, omdat ik u nieuwsgierig naar een biografie zag zoeken.
We namen plaats aan een tafeltje voor het raam aan de voorzijde van de bibliotheek. Hij zat tegenover me, een man die ik rond de 60 jaar schatte, tien jaar ouder dan ik, en op de een of andere manier een geleerde indruk maakte. Hij wilde mij iets vertellen.
– Goed, maar langer dan vijf minuten mag het niet duren. Ik heb vandaag nog meer te doen, zei ik.
– Dan steek ik maar meteen van wal. Het draaiboek des levens is een persoonlijk boek, u zult het hier niet aantreffen.
– Het draaiboek des levens, herhaalde ik zijn woorden.
– Precies. Hierin staat precies beschreven hoe je je hebt te gedragen in je leven. Veel mensen herinneren zich niet meer hoe hun draaiboek tot stand is gekomen. Dat is tragisch.
– Tragisch?
– Ja, dat is tragisch, mijnheer.
– Ik probeer me mijn draaiboek voor de geest te halen, maar dat lukt me niet. Ik weet niet wat u precies bedoelt.
– Oké. Wat dacht u toen ik u voor het eerst aansprak? Dacht u misschien, wat is dat voor een brutale man die mij gewoon aanspreekt?
Ik glimlachte.
– Zo ongeveer, antwoordde ik.
– Waarom?
– Waarom?
– Ja, u reageerde zo, omdat dit in uw persoonlijke draaiboek staat. Stelt iemand in een openbare ruimte je een vraag, dan wantrouw je deze persoon. Dat staat erin geschreven.
Ik knikte.
– Maar bent u een wantrouwende persoon, schuw? Ik heb niet echt de indruk.
– Soms, zei ik.
– Precies. Soms, als u uw draaiboek erop na slaat.
– Ik heb niet zoveel tijd meer, zei ik, want het was me niet duidelijk wat de man zeggen wilde.
– Héél kort. In mijn persoonlijke draaiboek stond geschreven dat ik me afzijdig van mensen moest houden, dat ik een unieke persoon was. Dat had mijn moeder me bijgebracht. Veel woorden in mijn draaiboek des levens zijn van haar. Als jongeling was ik een fervent hardloper. Na het sporten barstte ik van de energie en lag de wereld aan mijn voeten. Maar na veel blessures leerde het draaiboek me dat ik een rustige studiebol was en dat ik me daar maar gewoon bij neer moest leggen. Dat was mijn lot en dat moest ik gewoon accepteren. Sporten was niets voor mij. Dat belangrijke hoofdstuk schreven mijn moeder en mijn vader samen en ik leefde het. Ik kan nu zeggen dat het de zwartste bladzijden uit mijn leven waren.
– Dus u bent geleerde geworden?
– Precies. Ik werd een eenzame, afgesloten geleerde die zijn toevlucht zocht in universiteiten en bibliotheken. Wilde avonturen en een vurig seksleven waren mij niet gegeven. Waren, want ik wantrouwde het draaiboek. Een collega-professor bracht mij met meditatie in aanraking. Dat bleek de sleutel te zijn.
– De sleutel?
– Ja, van mijn raadselachtige leven. Ik liep met een draaiboek rond vol zwarte bladzijden en hield me eraan vast, ook al was ik me er vaak niet van bewust. Totdat een collega mij erop wees. Daarom wijs ik er bij gelegenheid ook andere mensen op. Zoals nu.
– Meditatie?
– Ja. Niet als een boeddha op een kleed, maar gewoon met het nodige voorstellingsvermogen in- en uitademen en het draaiboek valt bijna uit je handen. Kijk.
De man wees naar boven.
– Stel je voor, ik adem in en de verse lucht trek ik als het ware door mijn lichaam naar beneden. Daarna adem ik uit en laat alles los. Alle regels die in het draaiboek des levens stonden adem ik uit, weg ermee. Ik verzeker u, dit is meer dan de moeite waard.
Hij ademde in en leek met zijn hand de lucht door zijn lichaam te trekken.
– Interessant, zei ik.
– Zeker, zei de man. Ik heb vorig jaar mijn draaiboek des levens symbolisch verbrand. Dat was op een zomeravond aan de Wannsee. Het was een prachtig vuur. Daarna ben ik in het water gesprongen, heb heerlijk gezwommen en op weg naar huis vulde ik mijn longen met nieuwe, frisse Berlijnse lucht. Ik was als herboren. Mijn leven als saaie professor was verleden tijd, was in rook opgegaan. Ik belandde in avonturen waar ik alleen maar van droomde. Ik bleek over fysieke krachten te beschikken waar ik me niet bewust van was. Het is een ongelooflijke ervaring. Dat wilde ik u zeggen. Lees uw eigen draaiboek des levens nog eens door en verbrand het dan. Het boek is door anderen geschreven, niet door u! Adem het nieuwe leven in en laat u als het ware door het leven dragen. Zolang u bewust ademhaalt en voor voldoende toevoer van nieuwe, verse lucht zorgt, dan gebeurt alles vanzelf. Dat wilde ik u vertellen. Ik sta nu op. Goedemiddag.