Tag Archives: Lucebert

Tarozie 2

Vandaag pakte ik wederom het boekje dichters van deze tijd uit de kast en sloeg het bewust willekeurig open. Ik belandde op pagina 266 bij “SCHOOL DER POËZIE” van Lucebert. Wederom tarozie.

Lees verder

Lucebert in Berlijn

"Lucebert (1987)" by Rob Bogaerts / Anefo - Nationaal Archief. Licensed under Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 via Wikimedia Commons - http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Lucebert_(1987).jpg#mediaviewer/Bestand:Lucebert_(1987).jpg

Lucebert (1987)” door Rob Bogaerts / Anefo – Nationaal Archief. Licentie CC BY-SA 3.0 via Wikimedia Commons.

Berlin im Gedicht. Zo luidt de titel van een dichtbundel die ik toevallig in een Berlijnse bibliotheek ontdekte. Gedichten over Berlijn, dat is niet alleen leuk om te lezen, soms is het ook een uitdaging een gedicht naar het Nederlands te vertalen en het resultaat bijvoorbeeld op dit blog te zetten.

Eenmaal thuis blader ik door de inhoudsopgave en zie verrast dat Lucebert als enige Nederlandse dichter in het boekwerkje is opgenomen. Hij bevindt zich in het gezelschap van o.a. Bertolt Brecht, Erich Kästner, Joachim Ringelnatz, Kurt Tucholsky en Günter Grass. Wat doet Lucebert hier? Wel, Lucebert verbleef in de winter van 1955 op uitnodiging van Bertolt Brecht een tijdje in Oost-Berlijn.

In het boek Het hart van de zoeker zegt Els Barents hierover: ‘In de winter van 1955/1956 was Lucebert op uitnodiging van Bertolt Brecht in Oost-Berlijn. Uit misnoegen over de situatie daar heeft Lucebert vrijwel niet kunnen werken. Hij heeft er wel gefotografeerd, toen nog met betrekkelijk weinig ervaring. De eerste ontmoeting tussen Brecht en Lucebert vond plaats in 1955 in Le Chaf quipelote op de Zeedijk in Amsterdam en was tot stand gekomen door Gerda Goedhart, die zelf als fotografe aan het theater van Brecht verbonden was.’

Bovenstaande informatie heb ik gevonden in een artikel van het voormalige Balkan Bulletin (BB), geschreven door BB-redacteur Ton Delemarre. Onderaan zet ik een link naar het betreffende document, waarin ik nog veel meer over Lucebert en zijn ervaringen in het voormalige Oost-Berlijn las. In de Nederlandse, communistische krant De Waarheid verscheen op 24 maart 1956 bijvoorbeeld een artikel met de kop Lucebert terug na vijf maanden in de DDR. In deze krant komt Lucebert veel positiever over dan in het stuk dat drie weken later in de Telegraaf verschijnt. ‘Lucebert kon gaan en staan waar hij wilde. Hij fotografeerde veel. Hij schreef weinig maar dat komt nog. Hij tekende veel. Hij verkocht werk. Er wordt nog een boekje van zijn tekeningen uitgegeven’, aldus het artikel in De Waarheid

Nu de Telegraaf. Hier laat Lucebert zich aanmerkelijk minder positief over de DDR uit. De Oost-Duitse regering gaf hem een stipendium voor twee jaar maar na een half jaar keerde Lucebert alweer terug. ‘Er wonen Duitsers, die bitter weinig van de oorlog geleerd hebben: nou ja, ze hebben die oorlog dan verloren, maar ze zijn nog wel het grootste en het beste volk en Hitler was misschien wel een slechte kerel maar de joden waren ook niet zo best’, aldus Lucebert in de Telegraaf.

In de winter van 1955 werd Lucebert gearresteerd toen hij de ruïnes van Berlijn fotografeerde. Ik citeer uit het BB- artikel: “Ik heb een middag en een avond in de cel van de Sicherheitsdienst gezeten, verdacht van spionage. Uiteindelijk lieten ze me gaan omdat ik Meisterschüler van Brecht was en kon zeggen dat ik als amateurfotograaf die sneeuw op de ruïnes zo fotogeniek vond. Het gekke is, ik werd gearresteerd door gewone arbeiders, die hadden niets uitstaande met de Volksarmee. Ze betrapten me op fotograferen en namen me mee naar de portiersloge van het fabrieksterrein: dat gebeurde ’s ochtends. Ik heb daar uren gezeten, daarna ook nog op het politiebureau, tot er uiteindelijk een meneer kwam met zo’n slappe hoed, een loden jas aan en een zwart tasje onder zijn arm, die mij meenam naar het hoofdkwartier van de Oost-Duitse Sicherheitsdienst, om mij daar te verhoren. Ik heb dat halve jaar praktisch niets gedaan, geen tekeningen, niets, alleen gefotografeerd en verder wat geschreven aan de Spaanse Brabander, maar dat vier scènes.

Ik heb me in die tijd erg ongelukkig gevoeld. Bij die ondervraging zei ik uit te willen beelden wat Hitler het Duitse volk had nagelaten, maar dat was zelfs voor communistische geheime agenten een onbegrijpelijk uitspraak. We hadden daar een huis, geld en alle faciliteiten. Het was winter, we kregen Intelligenz Kohlen, Intelligenz Butter und Fleisch, wat inhield dat ik meer bonnen kreeg dan de gewone mensen. Zo werd het duidelijk dat ik tot de nieuwe klasse behoorde – elitevorming – je zit dan in een huis met buren beneden en boven en kolen in de kelder voor de verschillende eigenaars, in compartimenten die met houten stijlen waren afgeschot. De andere bewoners hadden een stapeltje briketten, maar wij hadden zó’n stapel. Brecht wist van dit alles niets.”

Voordat ik de link naar het buitengewoon informatieve artikel van Ton Delemarre zet, waaraan ik vrijwel alle bovenstaande informatie heb ontleend, kom ik nog even terug op het boekje Berlin im Gedicht, de aanleiding van deze bijdrage. Die dichtbundel bevat het Duitstalige gedicht Gross-Berlin 1956 van Lucebert. Dat is de vertaling van het gedicht dat in Luceberts bundel Amulet verscheen. Om een indruk te krijgen van dit gedicht zet ik hieronder het eerste stuk van de Nederlandse versie, gevolgd door het eerste stuk van de versie uit Berlin im Gedicht. Om helemaal volledig te zijn; de Duitse versie is weer afkomstig uit de in 1981 bij uitgeverij Suhrkamp verschenen bundel Die Silbenuhr.

gross- berlin 1956

in deze hondse stad vol
hondentrouw en hondenminnaars
elke trouwe hond zijn eigen
gewetenloze hondsvot
rust ik niet deze
steedse steppe deze historische bron
van dolle verdorring is in rust
nog een oordeel

mij is deze woestijn
zojuist gekauwde kruimels hoop
op groot vruchtbaar brood
een gruwel
[…]

Gross-Berlin 1956

in dieser hundestadt voll
hundetreue und hundeliebhaber
jeder treue hund sein eigner
gewissenloser hundsfott
finde ichkeine ruhe diese
städtische steppe diese historische quelle
toller dürre ist in der stille
noch ein urteil

En dan nu de eerder genoemde link:
Het Hart van de Zoeker (PDF-78KB)

Tot slot nog een tweede link naar een pagina van de Koninklijke Bibliotheek waarop ik las dat Lucebert tot juli 1956 in Berlijn verbleef en er nauwelijks inkomsten had. Zijn geldzorgen werden ook na terugkomst niet opgelost:
link naar de Koninklijke Bibliotheek

Video Letterkundig Museum
Lucebert (1924-1994) | Bergen, Nederland De dichter, schilder en fotograaf Lucebertus Swaanswijk haalt in 1954 als keizer verkleed de Poezieprijs van Amsterdam op. Schrijft voor de Zangeres zonder Naam het nummer ‘De soldatenmoeder’.