Berlijnse leerlingen maken kennis met het nieuwe schoolvak ‘Geluk’
Op circa honderd scholen in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland staat het schoolvak “Geluk” op het lesprogramma. Na de Duitse deelstaten Bayern, Baden-Württemberg, Nordrhein-Westfalen, Niedersachsen en Hessen maken dit jaar drie scholen in Berlijn kennis met het lesonderdeel dat 10 jaar geleden door Ernst Fritz-Schubert (69) in het leven werd geroepen.
Het Duitse dagblad Welt am Sonntag besteedde vandaag uitgebreid aandacht aan dit onderwerp. Op de vraag “wat is geluk” wisten de leerlingen van de Jean-Kramer-Schule in Berlijn wel een antwoord: “dürüm döner met salade” of “slagen voor het eindexamen” of “als er in mijn land geen oorlog meer is”. De antwoorden staan geschreven op bontgekleurde post-its die op de vloer van het klaslokaal zijn vastgeplakt. Naast Duits, wiskunde en sport leren de kinderen hier iets waar ze in geen ander vak mee te maken krijgen: zichzelf leren kennen.
Wat is de zin van zo’n les, wat levert het op? Die vraag moet Ernst Fritz-Schubert steeds weer beantwoorden. Geluksscholieren, zegt hij, voelen zich beter dan anderen voorbereid om hun doelen te bereiken. Hij weet dit, omdat er regelmatig wordt geëvalueerd. De scholieren moeten aan het begin en het einde van het schooljaar een vragenformulier invullen. Aan de hand hiervan wordt duidelijk wat ze in het schooljaar hebben geleerd.
De resultaten van de vragenformulieren geven Ernst Fritz-Schubert gelijk. Echter, volgens deze onderzoeksgegevens worden de geluksscholieren zich aan het einde van het schooljaar ook vaker gewaar van minachting of spanningen onder elkaar dan aan het begin. Een tegenspraak? Nee, zeggen de onderzoekers van de Pädagogischen Hochschule in Heidelberg. Zij hebben de resultaten wetenschappelijk geanalyseerd: “De les heeft de leerlingen gevoeliger gemaakt voor situaties die nadelig zijn voor geluk.”
Volgens klassenlerares Andrea Küpper van de Jean-Kramer-Schule kan de naam “Geluk” aanleiding geven tot misverstanden. “Het gaat erom de persoonlijkheid van leerlingen te ondersteunen”, zegt ze in het krantenartikel. Wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik? Met dergelijke vragen houden de leerlingen zich tijdens de les “Geluk” bezig.
De Duitse scholen maken zelf uit of ze voor het vak een rapportcijfer geven. In Bayern maken de docenten bijvoorbeeld alleen een aantekening in het rapport zoals “heeft bewezen een slimme zoeker naar zichzelf te zijn”. In Berlijn krijgen de leerlingen cijfers. Proefwerken worden er niet gegeven, noch zijn er lesboeken.
“Meisjes aanraken of je door meisjes aan te laten raken, dat zijn ze niet gewend”
Over een abstract begrip als vertrouwen – en wat dit voor de samenleving betekent – wordt op de Berlijnse school niet gediscussieerd, maar ondervinden de leerlingen dit letterlijk aan den lijve. Antje Hildebrandt, de auteur van het artikel, geeft een voorbeeld. “In groepjes van twee navigeren ze door de ruimte: de persoon vooraan heeft een blinddoek om, de persoon erachter moet de ander sturen. Een uitdaging, vooral voor de jongens. Meisjes aanraken of je door meisjes aan te laten raken, dat zijn ze niet gewend. Alleen met tegenzin laat Arkadij zich door Lena meeloodsen. Maar zonder aanraking lukt de oefening niet. ‘Je moet hem een teken geven’, zegt de lerares tegen Lena. En tegen Arkadij: ‘Je moet Lena vertrouwen.'”
Dan maakt Hildebrandt in het artikel een bruggetje naar het vertrouwen dat Ernst Fritz-Schubert in 2007 moest hebben, want destijds was zijn school de eerste die de geluksles uitprobeerde. De vader van twee volwassen dochters zegt hierover in het artikel: “De leerlingen vonden het klasse dat er een keer iets anders gebeurde. Maar veel leraren waren sceptisch.”
Fritz-Schubert moest knarsetandend accepteren dat er collega’s waren die ervoor teruggeschrokken “zelf met de billen bloot” te moeten. Immers, wie leerlingen wil helpen om zichzelf te vinden, moet wel eerst weten wie hij zelf is. Authenticiteit is hierbij de sleutel.
Tien jaar geleden stond Fritz-Schubert aan het hoofd van een school voor beroepsonderwijs met 1.600 leerlingen. In zijn kantoortje verschenen leerlingen die opvielen door drugsgebruik, spijbelen, pesten en vechten. Daarnaast kreeg hij te maken met leerkrachten die tijdens hun opleiding niet hadden geleerd met probleemkinderen om te gaan. Die probeerden zich er op een of andere manier 35 jaar lang doorheen te slaan. “Ik weet niet hoe vaak ik huilende collega’s moest troosten of vervroegde pensioneringen vanwege ‘burnout’ moest fiatteren”, zegt Fritz-Schubert in het artikel.
Tijdens zijn opleiding heeft Fritz-Schubert zich tot therapeut laten scholen. Hij dacht te weten waaraan het leerlingen en leerkrachten ontbrak: de leerling aan zelfvertrouwen, de leerkracht aan mensenkennis. Zo ontstond zijn idee van het vak “Geluk”. De gedachte hierachter was de psychische gezondheid van leerlingen en leerkrachten volgens de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) te ondersteunen, aldus het artikel in Welt am Sonntag.
Volgens onderzoeken van de Duitse Ziekteverzekeraar DAK leidt één op de drie jongeren in Duitsland aan depressieve stemmingen en haakt bijna zes procent van de leerlingen voor het eindexamen af. Fritz-Schubert wilde deze kinderen ondersteunen zonder ze te stigmatiseren. Aangezien hij dat niet alleen kon, riep hij de hulp in van specialisten, psychologen, artsen, acteurs en theaterpedagogen.
“De vooroordelen tegen zijn schoolvak verdwenen net zo snel als scholen zich tot sociale brandpunten ontwikkelden”
De vooroordelen tegen zijn schoolvak verdwenen net zo snel als scholen zich tot sociale brandpunten ontwikkelden, aldus Hildebrandt in haar stuk. De vraag naar bijscholingscursussen in het door hem opgerichte Fritz-Schubert-Institut (FSI) in Heidelberg nam navenant toe. Hier leren leerkrachten wat ze volgens Fritz-Schubert al tijdens hun opleiding hadden moeten leren: hoe je leerlingen motiveert en hoe je hun vertrouwen wint. Daarbij gaat het om achtzaamheid en fairplay. Deze abstracte begrippen worden in rollenspelen en oefeningen overgedragen.
In het artikel komt lerares Silvia Wienefoet (42) aan het woord. Zij geeft Kunst en Duits en is een van de zes leerkrachten op de Willy-Brandt-scholengemeenschap in München die zich hebben laten bijscholen tot ‘geluksleerkrachten’. Haar school ligt in een sociaal brandpunt: duizend leerlingen uit 39 landen. Een uitdaging voor het lesgevend personeel. “Je kunt meelijwekkend reageren of je kunt je afvragen; hoe maken we er het beste van”, aldus Silvia Wienefoet.
De lerares uit München koos voor de laatstgenoemde oplossing. Van slachtoffer tot schepper worden, dat is volgens dit artikel de filosofie van Ernst Fritz-Schubert. “Van foutenopspoorder tot schatzoeker.” Wienefoet zegt dat de bijscholing heeft geholpen haar leerlingen in de achtste klas (13-14 jaar) op een ander niveau te benaderen dan voorheen. Nu spreken ze in de klas over thema’s als liefde, vriendschap en geluk. Daardoor weet ze beter hoe haar leerlingen zich voelen en dat maakt het lesgeven eenvoudiger. Ze illustreert dit aan de hand van een voorbeeld met Robin. Deze leerling kwam opeens niet meer opdagen. Hij dreigde van school gestuurd te worden. Wienefoet herinnerde hem aan de geluksoefeningen. Destijds had Robin voor de eerste keer het gevoel dat hij tot de groep behoorde. Medeleerlingen werden vrienden. Toen zijn lerares hem vroeg of hij deze vrienden werkelijk wilde verlaten, zette Robin zich erover heen – en hij bleef.
Als deze lerares het voor het zeggen had, dan zou ze de gelukslessen al aan leerlingen van 10 jaar willen geven. Je eigen gevoelens in woorden vatten, dat moet je leren en hoe later je daarmee begint, des te meer moeite de leerlingen ermee hebben. Volgens het artikel zijn de leerlingen aan de Jean-Krämer school in Berlijn het bewijs voor deze stelling. Ze komen uit Syrië, Turkije of Irak. Ze dollen een beetje. Over hun gevoelens spreken? Hun gedrag reflecteren? Dat hebben ze niet geleerd.
Het project in Berlijn wordt voorlopig één jaar lang getest. Of het daarna verder gaat, dat hangt ervan af of de Berlijnse senaat geld ter beschikking wil stellen. Momenteel betaalt de school 3.000 euro uit eigen middelen. Volgens lerares Küpper is die investering nu al de moeite waard geweest. De leerlingen gingen achtzamer met elkaar om. Dat bevestigt Lena in de laatste alinea van het artikel. “Toen ik drie jaar geleden uit Bulgarije kwam had ik geen vrienden”, zegt de zestienjarige. Haar medeleerlingen waren de eersten met wie ze over haar vlucht sprak. Nu slaat Lena haar arm om Battal heen, 16, uit Syrië. Ze zegt, echte vrienden te vinden, dat is geluk.”
BRON
DIE WELT AM SONNTAG – 7 januari 2018