75 jaar Johnny van Doorn

Vandaag zou Johnny van Doorn alias Johnny the Selfkicker 75 jaar zijn geworden. Aanleiding genoeg om op dit blog aandacht aan hem te besteden.

Ik kende Johnny van Doorn niet persoonlijk, maar ik heb vroeger wel met heel veel plezier naar hem geluisterd als zijn stem in mijn Amsterdamse huiskamer uit de cassetterecorder klonk. Eén scene herinner ik me nog goed. Op zoek naar een online-versie van die scene stuitte ik via Google op een bijdrage van Wim Noordhoek over dat moment. Wim Noordhoek was de interviewer die met Van Doorn op het terras van De Koperen Kop op de Veluwe zat. Hij schreef hierover in Parmentier:

En daar komt over het terras van De Koperen Kop een mannetje aangezet, recht op Johnny af. ‘Van Doorn, Van Doorn,’ roept hij, ‘ik krijg nog een tientje van je.’
Ontsteld roept Johnny: ‘Man scheer je weg. Even ontstegen aan het stadse gewoel en dan komt daar zo’n snuiter om een tientje.’
Zijn taalgevoel bereikt archaïsche hoogten. Heel Nederland krijgt nog een tientje of een geeltje van Johnny.”

Proza
Johnny van Doorn was naast dichter ook een begenadigd prozaschrijver. In de vorige eeuw versleet ik “Mijn kleine hersentjes” (1972), “De geest moet waaien” (1977) en “Gevecht tegen het zuur” (1984). Ik herinner me het stukje waarin hij schrijft over zijn ontmoeting met Adrianus Roland Holst. Die tekst uit “Gevecht tegen het zuur” wil ik de lezers van dit blog niet onthouden:

“Over de dichterprins verder niets dan goeds. Genietend in mijn clubfauteuiltje, tussen de verspreide inhoud van mijn rommelkast, denk ik aan een ontmoeting die ik als jongbroek eenmaal met de grijze dichter had, heel wonderlijk op het toilet van een café-restaurant in Bergen-Binnen. Toen we beiden onze handen wasten, en ik nerveus een kam door m’n haar haalde, keek Holst mij onderzoekend aan.
‘Dag meneer’, bracht ik uit. ‘Misschien dat u me nog kent van het dichtersfestijn in 1966. Poëzie in Carré, waar u ook aan heeft meegedaan.’
‘Met wie heb ik de eer?’ kraakte Holst.
‘Ik noemde mij de Selfkicker. Ik was die opgewonden woordratelaar.’
‘Aha’, zei hij, ‘en vertel eens, beste man, dicht u tegenwoordig nog onder diezelfde naam?’
‘Thans schrijf ik onder de naam Johan van Doorn,’ antwoordde ik, waarop de oude bard uit de hoek kwam met:
‘Zo…en weldra Shakespeare?’

Erg geestig. Spijtig dat zulke ‘bon-mot’-specialisten zo goed als zijn uitgestorven.
De dichter nodigde me uit aan z’n tafeltje, waar een jeugdige bewonderaar in vervoering een interview met hem afrondde. De wijn smaakte Holst best en prikkelde hem tot vertellingen over zijn zwierige verleden. Hoe hij kort voor de ‘eerste wereldbrand’, vergezeld door Van Deyssel, in sjieke tenniskledij de dametjes achterna zat, wat uitliep op een frivole picknick in de duinen.
‘Ver van het stadse gewoel,’ benadrukte hij. ‘Een oase in die tijd.’ 
Toen hij afscheid nam (de taxi wachtte voor) gaf hij me als laatste wijsheid mee: ‘Denk eraan, Johan: het heden is doordrenkt van het verleden.’
Ik moet zeggen, het klonk me wat dik in de oren, maar niettemin lijkt het me volkomen waar dat het heden van het verleden doordrenkt is. Zo plastisch hoorde ik ’t niet eerder.

Word dronken
Hieronder een fragment waarin Johnny van Doorn een gedicht voordraagt dat Baudelaire 155 jaar geleden in de Figaro publiceerde. Het is getiteld “Word dronken” (Enivrez-Vous). Johnny van Doorn was een groot liefhebber van deze tekst en bracht zijn versie altijd graag ten gehore.

Poëzie
Ter afsluiting publiceer ik hier nog een stuk uit een prachtig gedicht van Johnny van Doorn over een man “verdwaald in de duisternis”. Op de hei vindt hij zijn leermeester die hem helpt de weg te vinden naar zijn middelpunt. Hij brengt de nacht door in het huisje van de “scheelogige monnik”. Als de man de volgende dag weer verder gaat met zijn zwerftocht, ziet alles er anders uit:

Met een nieuwe lading
Levenskracht die hem
Doet jubelen over de
Vol met kwinkelerende
Vogels zijnde Natuur
Die goudgeel beschenen
Wordt door een magi–
Strale stralende ZON

Gelukkig is er een filmpje bewaard gebleven waarop te zien is hoe Johnny van Doorn zijn gedicht voorleest. Zelf vind ik het een “magistrale” uitvoering waarin Van Doorn laat zien dat de magische zon dingen kan veranderen, mensen kan veranderen. In het filmpje lijkt hij zelf ook te veranderen, in een ander wezen. Natuurlijk is dat mijn eigen interpretatie.

3 reacties

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.